Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
| |
II
Brussel, Zondagavond.
Beste Vic, Vanmorgen kwam als verjaars-cadeau - mij door Kramers ge-zonden - no. II van je stuk. Ik sta werkelijk tot over de ooren nu bij je in de schuld. Je hebt alles gedaan wat gedaan kon worden om mij wereldberoemd te maken; je had hier en daar moeilijk scherpzinniger kunnen zijn, maar ook moeilijk vriendelijker tegenover mij: kortom, ik heb het gevoel dat je het te mooi hebt gemaakt en mijn dankbaarheid is met schaamte vermengd. Dank ook voor de teruggezonden narede, die mijn eersten brief eig. overbodig maakt, en voor je goede raad, die op die van Ter Braak lijkt. Ik zend gelijk hiermee het stuk nu in, we zullen zien hoe het ontvangen wordt. Ik zou met de door jou gesignaleerde grimmigheid mij anders weer verheugen als ik zou moeten zien hoe een zeker enthousiasme door voorzichtigheid gemakkelijk verdrongen werd. Tusschen haakjes: Greshoff, Bouws en ik hebben ons zeer geamuseerd bij je kleine karakteristiek dat ik iemand ben die, ‘waar hij nu eenmaal niet alleen op de wereld leeft, op botsingen en teleurstellingen schijnt geabonneerd’. Verder bij die bijna geheel verborgen en toch zoo venijnige doorn: ‘deze deskundige inzake piraten’, je weet wel voor wie.Ga naar voetnoot7. Bref, je hebt mij het hart verwarmd en op alle wijzen ‘veel deugd gedaan’, evenals mijn oude moeder, die nu 3 exx. van de N.R.C. gaat bestellen voor verspreiding in Indië onder eenige rijke theemannen die zich onvoorzichtig schijnen te hebben uitgelaten over mij als mislukkeling in de familie. Mijn halfbroerGa naar voetnoot8. verdient - of verdiende - soms met zijn thee-onderneming fl.60.000 per jaar. ‘Maar, zegt mijn moeder nu met onweerlegbare argumenten, wie hield ooit een radiolezing over hem, hè? en zie eens dit groote opstel in 2 stukken van een der beste Nederlandsche critici in de N.R.C.!’ En ik heb er zelf verdomme ook lol in; ik ben ook hierin kind; als ik soms denk, Vic, aan de smoelen van mijn ex-leeraren, voor wie ik, op 1 of 2 uitzonderingen na, de treurigste prulkerel was dien men zich kon denken - als ik mij even voorstel hoe diè kerels bijv. kijken wanneer ze bij toeval je artikel lezen. Maar één van de twee: òf ze denken dat het een heel andere du Perron aangaat, òf ze zeggen, met diepe overtuiging: ‘'t Isj me toch wat, teigewoordig, met die Hollandsche poëzjie’. And what about Haje? - Ik wist niet dat die man zóó sprekend leek op een versche paardenhoop waar iemand toevallig de punt van zijn schoen in heeft gezet. (Voor de halve glimlach.) Beste kerel, verdrijf je grieperigheden door eens rustig thuis te blijven en maak je geen zorgen over antwoorden aan mij. Doe dat bij gelegenheid maar snel af, zoo erg consciëntieus als jij het altijd doet, hoeft niet! Zend me ook spoedig je copy voor deel I: met de oude poëziekronieken in top, dat lijkt mij tenminste werkelijk het beste. Als ik je met het persklaar maken van dienst kan zijn: van ganscher harte. Stuur mij ook de oude lijst. Nu, nogmaals beterschap en een ferme hand van je E. |
|