E. du Perron
aan
A.C. Willink
Brussel, 23 of 30 juni 1926
Brussel, Woensdagav.
Beste Willink,
Mijn ouders met bediendenstoet en andere heerlijkheden ‘houden verblijf’, sedert eenigen tijd, ten kasteele van Gistoux,Ga naar voetnoot1. - en ik, sedert een goede maand met rheumatismus behept, woon in de verlaten veste 3 rue Belle-Vue (met de beminnelijke Louise alleen, tegenwoordig ‘concierge’). Kun je je beter moment denken om weer eens wat over te komen?
Dus, als je er voor voelt en het geld voor den trein bijeen kunt brengen, je bent hartelijk uitgenoodigd. Ik houd je vrij voor, laat ons zeggen, 10 dagen (met begin Juli denk ik naar Parijs te gaan) - het eenige wat je noodig hebt is dus de goede wil en de treinkosten tot hier.
Neem een en ander mee als je komt; misschien komen we ongezocht tot een vruchtbaar samenwerkenGa naar voetnoot2.!
Maar kom, als je kan, dadelijk. Schrijf je antwoord op een klein stukje papier, maar doe er een enveloppe omheen waarop je schrijft: Mlle Louise Liban, 3 rue Bellevue, Brux. - want brieven op mijn naam worden van het postkantoor (dat geen drie du Perrons uit elkaar kan houden) meestal naar Gistoux doorgezonden. En dan heb ik ze twee, drie dagen later eerst hier. Dus, als boven aangegeven, en hopelijk tot ziens.
Steeds je EdP.