Bijlage 32
E. du Perron-de Roos aan Soejitno Mangoenkoesoemo: Bandoeng, 15 oktober 1938.
Bandoeng 15-X-'38
Waarde Heer Soejitno,
Hartelijk dank voor uw belangstelling. Ik herinner mij niet precies op welke dag ik u schreef, en of de dokter toen al geconstateerd had dat het longontsteking was. De hartaanval is daarvan een eerste symptoom geweest. Nadat de longontsteking zich gelocaliseerd had, is het hart ook verder rustig gebleven voorzoover de koorts dat dan toelaat, maar mijn man voelt zich nu ontzettend zwak en ellendig van de koorts en de doorgestane pijn. Er zal vermoedelijk de eerstkomende dagen niet veel anders van te melden zijn dan ik u nu zeg; pas over ongeveer een week is de crisis te verwachten. De dokter zegt dat de ziekte haar normaal verloop heeft en op het oogenblik naar omstandigheden geen speciale reden tot ongerustheid geeft. Hij zal zeker begin volgende week nog geen bezoek mogen hebben; hij slaapt zooveel mogelijk, en ik zelf die de heele dag in het ziekenhuis ben, praat ook maar weinig met hem. Zoodra er een wending is zal ik het u laten weten, en dan zal hij ook zeker uw voornemen om direct naar B. te komen, erg apprecieeren.
Met vr. gr. voor u beiden,
E. duP-deR.