Brieven. Deel 9. 26 september 1920-9 mei 1940

4316 (4091a). Briefkaart aan M. ter Braak: Bergen, 17 april 1940^1.aant.

Bergen, 17 April '40.

B.M. -

Daarnet kwamen de 2 boeken. Die L. komt er steeds lummeliger naast te staan; zóó indeelen kan mijn poes! Ook heeft hij titels geschrapt, bv. boven een wèrkelijke ‘conte cruel’ (naar Villiers de l'Isle Adam) die Duke of Portland heet.^2. Dat had Sl. erboven gezet. Daar dat L. niks zei, in verband m/h vers zelf, heeft hij dat ‘toen maar’ geschrapt. Terwijl hij er onder had behooren te zetten: naar het verhaal door V. de l'IA. bv., ter verklaring. Deze verklaring ontbreekt ook bij de nadichting v/d roman v. Henri de Régnier, Le Passé Vivant,^3. die L. overigens bij... de afd. Vrouwen heeft gezet! Enfin, Zaterdagmiddag over dat alles, in 's mans bijzijn.

Ik zal Archipel 2^e druk meebrengen.^4. Maar wat daast die man toch telkens over een Verboden Rijk met ‘aanteekeningen’ van mij? Wat is dat toch voor een mallootig verhaal? Ik heb Verb. R. en Leven op

1. Deze briefkaart komt in Bw TB-DP 4 na 1150.

2. Het woord ‘Een’ in de tiende regel van het titelloze gedicht, dat begint met ‘Een baak, geboeid aan een korte ketting’, kreeg in Gedichten I, p. 76, de voetnoot: Duke of Portland (Villiers de l'Isle-Adam).

3. ‘Le passé vivant’ in Gedichten I, p. 126-127, kreeg een voetnoot, die naar de gelijknamige roman van Henri de Régnier verwees.

4. Ter Braak leende een tweede druk van Archipel bij 's-Gravesande, zie het antwoord van G.H. 's-Gravesande bij de ingezonden brief van K. Lekkerkerker in Het vaderland van 20 februari 1941 (av.).

[p. 272]

Aarde beide doodgewoon op de leesteekens nagezien + een paar fouten (slordigheden) en Sl. heeft dat alles goedgekeurd.^5. Dus wat wil dit dikdoenerige gevraag daarnaar? Freddy B. had het er ook al over.

Tot Zaterdag!

Hartelijk gegroet.

Je E.

5. DP corrigeerde de proeven van Het verboden rijk, zie 4165 (Brieven IX; p. 86) en van Het leven op aarde, zie 2450 (Brieven V, p. 269) en 4217 (Brieven IX, p. 149)