Brieven. Deel 9. 26 september 1920-9 mei 1940
(1990)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 243]
| |
de dokter tevreden. Hij zat vanmorgen ook opgewekt in bed, een A.J. Cer gelijk, met een grieksche rand in zijn haar geschoren door de goedwillende maar onhandige tondeuse van ‘Zuster Leonardus’. Nu nog zoowat een week in het ziekenhuis, dan een week naar buiten, naar een minder verraderlijke lucht dan de Bandoengsche. Ook ik zelf voel me een ander mensch. Eddy blijkt ergens onder de oppervlakte een zeer behoorlijk reservoir van weerstand te bezitten. Dat is ‘het fransche brio’, beweert hij zelf. Of het polemisten-temperament. Want de eerste dagen waren zoo afschuwelijk dat ze als psychische klap gemakkelijk hadden kunnen tegenwerken in het ‘gevecht met de ziekte’. Hij is ook nu natuurlijk nog zwak, maar hij interesseert zich alweer voor de buitenwereld. Als je nu dit briefje aan Jan doorstuurt, dan laat ik hier het antwoord volgen, namens Eddy, op een vraag van Jan in zijn laatste brief, n.l. De inleiding van de Muze van J.C. is niet geschikt om als afgerond artikel gebruikt te worden. Wel heeft hij nog copie over Indië, oudheden etc.Ga naar voetnoot1. liggen, die nu bij Kritiek en Opbouw is, maar die hij terug zal vragen ten behoeve van het boll. Weekblad. Die krijg je dus eerstdaags gestuurd, Jan. En dit heeft mij er aan herinnerd dat ik maanden geleden eens een stukje zond aan Kron. van K. en K., waarvan nooit meer iets is vernomen.Ga naar voetnoot2. Schrijven jullie beiden gauw, en ook, jan, over het examen van Kees. En dat van Jan Jr? Veel hartelijks aan Aty en Ant, en groeten van Eddy, Bep
P.S. Menno, ik heb althans een van de vriendjes hier onderschat: Hugo Samkalden heeft een zeer onhebbelijk schrijven aan Z. gericht, met verzoek dat op te nemen in de J.-B. Dat is natuurlijk niet gebeurd, maar hij heeft een antwoord gekregen dat kostelijk is van kindsche beleedigdheid. Inmiddels heeft een ander schendblaadjeGa naar voetnoot3. zich in de rel gemengd om te zeggen dat Z nu ook zoo'n Zedemeester niet is. Het wordt kostelijk. Later bizonderheden. |
|