4129 (267a). Briefkaart aan G. Prampolini: Brussel, 16 maart 1929
16.3.29.
Waarde Heer Prampolini,
Ik heb Greshoff wederom gezegd dat hij u het pak zenden moest. Het schijnt dat het sedert lang bij Stols ligt die er nog eenige boeken bij moest doen, en dat ditmaal de schuld dus bij Stols ligt. Laten we hopen dat jan hem opport en dat alles nu snèl verzonden wordt. Voor de medewerking die u van ons wenscht zijn wij beiden gereed; dat blijft dus afgesproken. Heeft u de ‘Ballade van de Dry-Gin-Drinkers’ nu gelezen? Volgens mij heeft Den Doolaart niets beters gemaakt. Zijn mijn vertalingen van uw 3 gedichten u nog meegevallen toen u ze in druk vóór u zag? Ik verlaat u hier vanwege drukke bezigheden; ik heb deze week van alles en nog wat te doen gehad. Doet u mijn hartelijke groeten aan de uwen en geloof mij steeds
gaarne uw
EduPerron