Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940

3871. Aan E. van Moerkerken: Bergen, 13 november 1939

Beste Emil,

Zou je nog voor me willen maken:

2 van 18 × 24 van die zittende Multatuli;

2 van 13 × 18 van dezelfde;

2 van 13 × 18 van het gebrachte cliché^1. (zonder bijschrift);

1 van 9 × 12 van dat andere portret dat jij overkiekte;^* ik hoop nl. dat dat scherper uitvalt, wat voor reproductie beter is. Kan het ook iets minder egaal grijs?

En zou je dan alles zoo gauw mogelijk willen sturen aan mijn adres: p/a Batten, Sportlaan 125, Den Haag?

Veel dank bij voorbaat! Ben je goed thuisgekomen?^2. Hoewel ‘de

1. Zie 3850 n 1.

* van deze liefst ook wat meer schouders en jas, als je die op je negatief hebt tenminste; - als je denkt dat 9 × 12 te klein is, maak dan nog een 13 × 18 maar als 't kan met meer contrast en met alles erop, dus het gezicht toch kleiner.

2. Op 12 november 1939 had Van Moerkerken in Bergen foto's gemaakt van de familie DP, zie 3874.

[p. 332]

oorlog’ over schijnt te zijn,^3. ga ik straks toch maar naar Den Haag. Hier is 't nu voor me bedorven.

Je zou me een groot genoegen doen als je me werkelijk gauw die foto's zond. Kom ze me anders brengen in Den Haag, met Tilloesjka. Misschien is ze voor ½ dag toch te schaken.

Hartelijk gegroet.

EdP.

Bergen, 13 Nov. '39.

3. Op 13 november 1939 hield de minister-president D.J. de Geer een geruststellende radiotoespraak (zie Bw TB-DP 4, p. 552-553, zie ook Vw 7, p. 393).