Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3570. Aan J. Greshoff: Bandoeng, 30 november 1938Bandoeng, 30 Nov. '38. Beste Jan, Na allerlei gesjouw door wind en regen en in een klimaat dat overal even beroerd was, ben ik maar weer naar huis gegaan. Het gaat wel, maar ‘de oude’ ben ik nog lang niet. Dat gaat niet zoo vlug, vooral niet als je het weêr niet mee hebt. In Buitenzorg lag ik - voor de controle en de rust - zelfs nog 3 dagen in 't ziekenhuis. Schand. in Holland keek ik na en de proeven gaan vandaag per luchtpost terug. Ik zette erop om de revisie naar Menno te zenden; kan die 't niet doen, laat hij 't dan aan Hein doorgeven. Ik ben erg blij met je goede opinie - tè goede wschl.! - erover. Het is net of ik nu weer een beetje ben ‘gereclasseerd’. Aan Dirk v.H.Ga naar voetnoot1. ben ik niet toe kunnen komen, deels door mijn werk aan de Comp.-bloemlezing (die nu zoowat klaar is), deels door die verdomde longontsteking die me 2 maanden gedwongen rust bezorgd | |
[pagina 529]
| |
heeft. Maar over 14 dagen hoop ik met kracht dat werk weer op te vatten. Ik zend joù - gelijk met dat pak aan H. en W. - teksten en portretten van Daum. Laat nu even berekenen hoeveel blzn. G.N. dit al is; anders komt er weer te veel! Weet je dat, geef me dan op hoeveel er nog bij moet. Dan stellen Nieuwenhuys en ik ons daarop in. Let overigens wel: deze tekst is gratis; je kunt het nr. eventueel dus wat dikker maken, lijkt mij.Ga naar voetnoot2. Het verhaal van Kees deed ik in 't zelfde pak.Ga naar voetnoot3. H. en W. hebben me inderdaad gevraagd SiH. uit te geven. Ik schrijf ze heden of morgen. Maar is Leopold niet beter?Ga naar voetnoot4. Kan je me, in ieder geval, na de revisie - of liever gezegd van de revisie - een stel gewone proeven (compleet) laten zenden; per ‘gewone’ mail? Nu nog iets van belang wat de plaatsing betreft. Doe mij 't grooteGa naar voetnoot5. plezier om het ding in 5 keer te plaatsen, zooals ik 't op de proeven aangaf (± 20 blzn. per keer), niet in 6. Zooals 't nu is, krijg je min of meer afgeronde geheelen, ga je er nòg meer in snijden, dan wordt het verbrokkeld en onlogisch. Het is toch een kleine moeite om wat gedichten of een kortere schets op te schuiven. En dan kan het Daum-nr. in Juni gaan; zoodat je met het nieuwe halfjaar een geheel nieuwe ‘sfeer’ ingaat. Grappig iets: door 't schrijven (bij schrijven) van dit verhaal ben ik ziek geworden, in Dago. De opbrengst van dit verhaal weegt zoowat op tegen wat de ziekte me gekost heeft! Oude indische menschen zouden zeggen: het heeft ongeluk gebracht om die oude familiehistorie te gelde te maken, maar nu is 't weer goed! Je Holl. Weekblad zag ik met plezier. Voor een dergelijke Haagsche Post-achtige uitgave - o, die 3 O'sGa naar voetnoot6. - is het eig. alleraardigst. Wil je mijn naam per se voluit voor die 3 stukken,Ga naar voetnoot7. vooruit dan maar. Stuur | |
[pagina 530]
| |
me af en toe nog eens een nr. - Ik vind 't alleen ellendig dat je je daar zóó te sappel voor moet maken. Is de bedoeling om 't later minder te doen? of om er dan veel meer aan te verdienen? Arme Jan, ik wou dat ik wat in Brussel kon zijn; misschien dat ik je dan hier ook wat mee helpen kon, al of niet samen met mijn vrouw Bep. Mijn aanval op Zentgraaff (ploert der ploerten en algemeen gevaarlijk geachte pers-satraap, verkapte, nauwelijks-verkapte ennesbejer, tyran sinds 40 jaar enz.) heeft een ‘rel’ van belang veroorzaakt.Ga naar voetnoot8. De man zelf is verbluft en verward dat iemand hèm zoo heeft durven afrossen; ik heb 't gedaan op een manier die hij begreep. De kleine pers is mij van alle kanten bijgevallen en het regent dahkbriefjes aan de red. van Kritiek en Opbouw, tot dusver een saai blad. Koch, een uiterst fatsoenlijke vent, ouderwetsch genre socialist, is opgetogen en leeft ervan op. Vraag Menno toch eens je de knipsels door te zenden die ik hem zond - ik heb er niet genoeg om voor jou een extra-stel te maken! - en amuseer je ermee. Maar om precies te weten wat dit beteekent voor de atmosfeer hier, moet je in Indië, dwz. in de provincie zijn. Ik stuur je een nr. van K. en O., waarin de tekst gelardeerd werd met citaten uit In alle Ernst; niet door mij, maar door een neerlandicus en socialist D. de Vries (dezelfde die mij in dat nr. verdedigt tegen Zentgraaff,Ga naar voetnoot9. toen ik nog bij de nonnetjes lag) en door Koch. Koch heeft van je Rebuten 3 exx. gekocht, 1 voor elk van zijn kinderen, die in Kota-Radja zitten. De Vries is dòl op je en haat Anth. Donker, die in 't Crit. Buil.Ga naar voetnoot10. heeft durven zeggen dat In alle Ernst het drukken niet waard was: ‘de allerslechtste blzij van Greshoff is nog veel beter dan de beste van Donker’, zegt hij. Het is een wat stugge, door en door eerlijke kerel, ex-arbeider die via 't onderwijzerschap leeraar is geworden, nu wd. bibliothecaris v/h Bat. Genootschap. Wil je niet eens een stukje voor K. en O. speciaal schrijven, over de sfeer in Europa, of wat ook? Ze zouden er hier zoo gelukkig mee zijn. Maar honorarium krijgt niemand, daarvoor is 't blad te klein en het roeit tegen alle groote-pers-klippen op. Het is mutatis mutandis wat ‘Waakzaamheid’ in Holland is, maar in Indië is dat 10 × moeilijker en gevaarlijker, want al wat voor ‘rood’ kan | |
[pagina 531]
| |
worden gescholden is hier voor zoowat de heele europeesche kolonie ‘onruststoker’, dus des duivels. Tot zoover. Heel veel hartelijks onder ons 4, steeds je E.
Dank voor wat je deed voor Dubois.Ga naar voetnoot11. Hij schreef touchant erover. Hoe is hij? |
|