Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3569. Aan F.E.A. Batten en R.A.J. van Lier: Bandoeng, 30 november 1938Bandoeng, 30 Nov. '38. Beste Freddy en Rudie, Heel veel dank voor jullie blijken van belangstelling, waar ik natuurlijk erg trotsch op was. Over die ziekte zelf schrijf ik nu maar niet meer. Ik ben nu nòg niet best; en streed door het gekwakkel nog verwoed met den gevaarlijken man Zentgraaff. Ik boek het resultaat dat deze gevaarlijke nu verward rondloopt (volgens zijn eigen vrienden); hij is 't niet gewend zóó teruggebeten te worden. Voor bizonderheden: vraag de uitknipsels die ik zond aan Ter Braak. Het is verdraaid lastig hier veel exx. van al die krantjes te krijgen. Naar Rudie's verzen kijk ik natuurlijk verlangend uit. Is er niet nog heel wat van te plaatsen in Werk? Eerst ‘naam’ maken, jonge man, anders nemen de edele hollandsche uitgevers (die vroeger in Frankrijk slager waren)Ga naar voetnoot1. je niet. - Ik ben ook erg benieuwd naar Werk. Stuur je me direct een ex. voor 't Bat. Nsbl.?Ga naar voetnoot2. En nu: veel dank voor de allergezelligste brief van Freddy, die ik bij de nonnetjes in 't ziekenhuis las, net toen ik weer wat op asem kwam. Betere omstandigheden voor deze omstandige kout kon je je niet wenschen. Bep en ik waren er verrukt van. Ik antwoord nu op een paar punten die daarom vragen.
| |||||||||||||||||||
[pagina 526]
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
[pagina 527]
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
[pagina 528]
| |||||||||||||||||||
E. |
|