Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 427]
| |
3502. Aan H. Marsman: Meester Cornelis, 2 en 6 augustus 1938Mr. Cornelis, 2 Aug. '38,
Beste Henny, Je brief zoonet gekregen en met veel moeite ontcijferd. Voor 't grootste deel is het antwoord op wat ik je schreef, en op sommige dingen - als dat artikel van mij (dat ik half vergeten ben!) en dat van StuivelingGa naar voetnoot1. (ook Freddy Batten was daar woedend over en schreef me wel tweemaal dat ‘die Stuiveling een klap voor z'n smoel moest hebben’) - kan ik niet antwoorden, omdat ik dat nr. van G.N. nog steeds niet zag. Wij zitten op 't oogenblik in ‘Gedong Lami’, Bep, Alijntje en ik, in 2 groote kamers achter, waar vroeger mijn ‘kantoortje’ was o.a. De menschen die het hoofdgebouw bewonen zijn een brave hollandsche kleermakersfamilie en werken en gros voor 't leger. We zitten hier nu een 14 dagen, daarna nog 14, en dan gaan we naar Adé Tissing op Rantjasoenie. Vandaar dan uitkijken naar een woning in Bandoeng. Tegen 1 Sept. hopen we die te hebben. Ik ga dan voor den uitgever Nix werken, in de hoop dat het iets oplevert. Wordt het wat, dan blijven we vooreerst, anders gaan we terug - als het Chankufeng-incident dan nog niet een europeesche of wereldoorlog geworden is en er nog booten gaan. Jesses, jesses. Het is stomvervelend, dit alles zoo te moeten opschrijven. Tenslotte is er niets zeker, en al die plannenmakerij... Ook mijn gevoelens over het huis hier en zoo kan ik niet meer uit de pen krijgen. Ik schreef er gister of eergister net Jan v. Nijlen over, aan wien ik in geen 6 maanden geschreven had. ‘Houd me ten goede’, zooals Jany zoo mooi zeggen kan. Later mondeling - of't vervolg van Ducroo,Ga naar voetnoot2. wie weet? Je kunt mij - nu wij tot 1 Sept. a.s. geen vast adres hebben - altijd bereiken p/a A.C. Nix, uitgever, Landraadweg 3, Bandoeng (Java). - Ik ga voor hem een bloemlezing maken uit de koloniale belletrie, in 3 of 4 dln., als het ‘gaat’, van den Compagniestijd tot nu toe. Het 1e deel, dat van 1600-1780 gaat, is al ter perse. Het 2e (van 1780-1860 = tot/met Multatuli) ga ik nu in Bdg. maken. Daarnaast heb ik allerlei ander werk - niet zoo leuk - voor het geld-verdienen: stukken voor 't Bat. Nwsbl., voor de N.R.C. nu weer, voor Koloniaal Tijd- | |
[pagina 428]
| |
schriftGa naar voetnoot3. (van de B.B.-mannen). Het zou minder naar zijn, als je er niet voortdurend allerlei rotzooi voor lezen moest, en ik bèn ‘gewetensvol’ op dat gebied. Zoo lees ik nu al 3 dagen het Bali-boek van Vicky Baum (dat trouwens niet slecht is), terwijl ik 10 × betere dingen zou kunnen doen. Maar nu 't Archief niets meer oplevert, moet ik toch elders iets zien te verdienen. Met-dat-al: Larbaud en jij blijven de laatsten die ik voor eigen plezier las. Mijn werk aan de novellen: Van Haren, Dirk v. Hogendorp, gaat ook voort, maar telkens onderbroken door deze meer ‘praktische’ besognes. Als ik dit niet doen moest - dit of 't Archief dan - had ik nu al een dik boek klaar. Enfin... Ik vergat je te bedanken voor de alleraardigste opdracht die je schreef in dat aparte deel Proza van je. Maar ik weet eig. ook wel waarom; onbewust heb ik dat wschl. ‘gerefouleerd’, omdat ik tegelijk kwaad op je was. Wie schrijft zoo'n opdracht nu in potlood?!!!Ga naar voetnoot* Ik heb Proza aan Adé Tissing vermaakt en dat blaadje eruit gescheurd en zoolang in mijn 3-deelige editie gestopt; als we elkaar terugzien, kan 't je als klad dienen voor een herhaling in een van die 3 dln. zelf, met inkt graag. Het art. over jou voor 't B.N.Ga naar voetnoot4. is nu al zeker 14 dagen de deur uit, neen, langer, bijna een maand. Verleden Zaterdag sloegen ze me over (voor de goedkoopte!), wschl. sta ik er dézen Zaterdag in, en dan is 't òf jij, òf Romein. (Vestdijk en Malraux zijn geplaatst.)Ga naar voetnoot5. Ik zal dezen brief tot Zaterdag aanhouden en het artikel hierin sluiten als jij het bent. Maar bedenk altijd: het is voor een indisch publiek bestemd! Overigens, als ik bedenk hoe de N.R.C bang kan zijn - ik kreeg daarover net een brief v. Vestdijk - dan ga ik mijn braven Ritman hier weer apprecieeren, die me tot dusver allerlei kettersch heeft laten verkondigen in dit land van V.C.-ersGa naar voetnoot6. en N.S.B.-ers, wat één vaderlandsche pot nàt is. Vroeger of later komt er ook wel wat | |
[pagina 429]
| |
van. Maar ik mag niet zeggen dat andere kringen me niet apprecieeren; die B.N.-artikelen worden werkelijk ‘gevolgd’ en ‘besproken’ en zoo, door het fatsoenlijke deel van de koloniale samenleving. Ik schrijf beter uit Bandoeng, dan valt er ook meer te vertellen. Neem dit voor lief als voorlopig bericht, tusschen hangen en wurgen neergepend. Ik hoop erg dat Bep in Bdg. zal opknappen, Alijntje is nu weer best. Het allerbeste voor jullie - gezondheid, werk, alles. Veel hartelijks 2 × 2, een hand vje E.
Zaterdag 6 Aug. Helaas sta je er nog steeds niet in! Dit gaat nu maar zoo. |
|