Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3483. Briefkaart aan F.E.A. Batten: Batavia, 26 juni 1938Bat, 26 Juni '38. Beste Freddy, Bor, Amb. Oorlogen hoeft niet meer, heb ik gevonden. Keyts ook. Die verzen stonden in de Bijdr. Taal-Land en Volkenkunde. Ik moet alleen nog hebben (als je ze me niet al zond): Inlichtingen over Cramer's Tijfferboom, die onduidelijke woorden; en dat nieuwe vers waar ik je om vroeg.Ga naar voetnoot1. J. Steendam, Zeede-zangen voor de Bataviasche Jonkheyt - daar 't meest ‘oostersche’ vers uit, als je 't boekje vond. Abraham Bogaert, Gedichten 1723. Daarin staan, volgens De Haan, op blz. 498 een indisch gedicht (v. 1702); op blz. 501 een verjaarsvers voor den G.G. Van Outhoorn.Ga naar voetnoot2. Die 2 zijn voor mij wel genoeg. In de verzen die je voor me overschreef van Jeremias de Decker was de spelling gemoderniseerd. Daar dit de eenige poeët is bij wien dit zou voorkomen, moet ik je helaas vragen mij diezelfde verzen te bezorgen in oorspronkelijke spelling. Jammer! Het zijn: a/ Heil en Voorspoed aan N. van Oosterwijck op zijne reize na O.I. met de Phoenix (een sonnet). b/ Uitzang v. zijn broer naar Batavia met de Walvisch, - alleen strofe 1 t/m 10; - c/ Aen mijn broeder te Batavia in de Oost overleden, alleen de eerste 18 regels. - Dank! Hartelijk gegroet door je E. De Steenbergsche Familie is ‘besteld’! |
|