Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3473. Aan G.M.G. Douwes Dekker: Batavia, 1 juni 1938Batavia, 1 Juni '38. Waarde Heer Douwes Dekker, Veel dank voor briefkaart en brief. Wat een vervelende dingen hebt u weer doorgemaakt! Ik was niet in 't minst ‘ontstemd’, of ‘boos’, of wat dies meer zij, over uw zwijgen, maar begon mij ongerust te maken: 1o over ziekte - welke ongerustheid dus niet onge- | |
[pagina 385]
| |
rijmd blijkt -, 2o of er misschien een reden bestond waardoor ù boos op mij was geworden. Dit laatste zou mij wel verbaasd hebben, maar toch, nietwaar, je kan nooit weten... Nu is alles dus weer ampel opgelost. Ik hoop van harte dat u nu voor een heelen tijd verlost zult zijn van allerlei ongemakken. Ook als u weer bij de S.S. arbeid zou verrichten, zou ik willen dat dit niets dan goeds voor u meebracht. Met mij gaat het alles bijeen vrij slecht. Dagelijks hoofdpijnen, physieke irritatie en moeheid samengaand. Ik zit nu 14 dagen in een eindexamen-commissie hier, maar van het Archief heb ik afscheid genomen, - dwz. ik heb ontslag genomen, maar mij, voor na die eindexamen-historie, ter beschikking gesteld van den Landsarchivaris, die mij niet graag kwijt wil. Onder voorwaarde alleen maar dat ik dan nog overeind blijf staan, want anders trek ik naar mijn vriend Tissing op Rantjasoeni, boven Bandoeng, om in de kou wat nieuwe krachten en levensmoed op te doen. Dat portret van den regent v. Lebak mag niet in mijn boek. Degene die het ‘recht’ daarop heeft, zekere heer Spook in Bandoeng, wil dat niet hebben, omdat Nix zijn boekje over Multatuli (een nogal naïevelijk bij elkaar gebrachte keuze van tegenstrijdige meeningen, om te bewijzen dat Mult. ‘zoo verschillend beoordeeld was geworden’) niet heeft willen uitgeven. Helaas dan maar! - En het portret van den controleur, waar ik wèl over beschik maar dat zonder den regent wat overbodig is, laat ik dan ook maar weg. Nu komen er alleen de 2 portretten v.M. in uit het M.-museum.Ga naar voetnoot1. De opdracht komt er dus in. Nogmaals: het is een voorloopige. Vroeger of later hoop ik te slagen met mijn volledige biografie, geïllustreerd, in 2 dln.Ga naar voetnoot2. Misschien mag ik tegen dien tijd dan ook wèl dat portret van den heer Spook hebben, wie weet? Verder word ik in de kranten beleedigd, - hoewel ongenoemd, - en worden die beleedigingen na een weekje weer ingetrokken.Ga naar voetnoot3. Indië is een mooi land op dat gebied. Huet schreef al dat | |
[pagina 386]
| |
de man die de Ned. Indische journalistiek fatsoenlijk kon krijgen een militaire willemsorde verdiende. Als ik naar Rantjasoeni ga, kom ik u opzoeken. Het beste nu, voor u en voor uw vrouw, van steeds gaarne uw EduP.
P.S. - De nieuwe kist archivalia uit Menado heeft niets sensationeels opgeleverd. Maar toch wèl mijn vorige collectie verrijkt. Ik ben nu klaar met deze ‘bronnen-uitgave’; u zult gewaar worden dat het nog curieus genoeg is, al is het niet om van om te vallen. Héél aardig zelfs als beeld van dien tijd en van die bestuurstoestanden, - à la De Bruyn Prince. |
|