Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3450. Aan F.R.J. Verhoeven: Sitoe Goenoeng, 24 april 1938Zondagmiddag. Beste Verhoeven, Zooeven ben ik hier op Sitoe Goenoeng aangekomen. Het effect was al dadelijk zóó, dat ik dacht met de stappen van een 20-jarige te loopen, na - hoe lang al? - alleen beenen van 60 jaar tot mijn dienst te hebben gevonden. Op 't oogenblik zou ik hier willen wonen, werken, de wereld veroveren; kortom, nooit meer van hier weg! Gelukkig dat dit gevoel niet duren zal... Overigens, de hoofdpijn zit zoo vastgeroest in me, dat op dat gebied nog geen verbetering te merken is. Maar stil, ik ben hier nog pas een uur of twee - om half 3 aangekomen. Zaterdagnacht heb ik in Buitenzorg doorgebracht en het is Hugo geweest die me dit plekje heeft aangeraden. Het ligt een Kilometer of 16 boven Soekaboemi, en het is hier zoo koud (1100 meter) dat je er onder meerdere dekens slapen moet. Verder bungalow-systeem, dus erg vrij; eten uitstekend, voor zoover ik na 1 maal oordeelen kan, althans ‘clean and healthy’; omgeving prachtig. Is het ook niet iets voor jullie? De prijs is f 4.50 per man, per dag, na langer dan 3 dagen. In Sindanglaja vroegen ze f 5.50, wat mij ook al hiertoe heeft doen besluiten. Tasikmalaja was me toch te ver, en bovendien, zegt iedereen, is het daar nog aardig warm. Ingesloten het papier van Cohen,Ga naar voetnoot1. waar je om vroeg. Dat er maar 10 dagen op staat, is een veiligheidsmaatregel (tegen de verleiding!) van mezelf; hij had er graag 14 van gemaakt. Intusschen: het is werkelijk mijn bedoeling niet den land op kosten te jagen, al is het een | |
[pagina 347]
| |
feit dat ik me zelden fysiek en moreel zoo beneden peil gevoeld heb als de laatste 14 dagen. Ik stuur je dit certifikaat meer als dokument voor jezelf, voor 't geval je het tegenover de buitenzorgsche super-controle zou kunnen behoeven. Ik hoop werkelijk dat ik 3 Mei a.s. zóó fit ten kantore zal verschijnen, dat ik verder tot eind van 't jaar ‘redelijk wel’ blijf. Maar zooniet, en als de misère overbegint, dan lijkt me dit gekwakkel voor niemand meer voordeelig en dan is 't misschien toch maar het beste dat jij en ik mij als ongeschikt beschouwen (mooie term waarmee je ook voor de militie wordt afgekeurd) en dat ik als zoodanig demissioneer. Het spreekt vanzelf dat ik dit met een zekere zielerust overweeg, omdat ik tòch niet meer geloof aan een oplossing voor mijn sociaal geval, - zeker niet aan een oplossing in Indië. Ik word langzamerhand ook gekweld door het idee: niet tè veel tijd verliezen van den weinigen tijd die mij rest in Indië. Want eenmaal naar Euroop terug zal ik dit mijn ‘land van herkomst’ wel nooit meer terug zien, herbetreden, zooals de dominees-romantici zich uitdrukten. Met dat al: als ik me goed voel beloof ik je graag je althans tot eind '38 gezelschap te zullen houden. (Aangenomen altijd dat jij tot aan dat eind daar eenig heil in ziet.) Ik weet niet precies tot hoelang ik hier blijf, misschien niet langer dan tot Vrijdag a.s., misschien ook tot en met Zondag. Met het oog op die onzekerheid is het beter dat je me dadelijk schrijft als je me iets te zeggen hebt, of 't een of ander werkje te zenden. Het beste, in de hel die jullie allen, heroïscher dan ik, doorstaan! Groet Ellen hartelijk en zeg haar dat ik haar op mijn manier lief vind, al kan ik niet veel van hofmaken en al is ze een hoogmoedig schepsel met veel te mooie jurken. Veel hartelijks voor jezelf van gaarne je EduP.
P.S. - De bungalows heeten hier: Utrecht, Gelderland, Zeeland, enz. Groningen is in aanbouw. Ik vertoef in het juist geopende Drente (met een h?). |
|