Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 240]
| |
den nacht waarinje naar Bdg.Ga naar voetnoot1. doorging heb ik harde koorts gehad, en die ben ik eerst gisteren heelemaal kwijtgeraakt! Een soort ‘vijfdaagsche’, volgens den dokter, garoetsche specialiteit. ‘Momenteel’ (mooie indische term) ben ik weer ervan af, maar voel me gewoon als een uitgewrongen onderbroek. Bovendien put ik me weer uit in een fraaie roode diarrhae, die òf wijst op een terugkeer van de lieve amoeben òf een gevolg kan zijn van het garoetsche drinkwater, dat uitzonderlijk slecht moet zijn. Enfin, ik zal me nogmaals laten onderzoeken, maar veel aan me morrelen zal deze dokter niet meer, want den 16en 's morgens gaan we naar Bandoeng, als het maar éven kan. Wij blijven dan wschl. 2 dagen bij Erna en gaan den 18en door naar Batavia. Misschien vinden we daar al gauw iets bizonders, want dat moet het bepaald zijn om aangenaam te zijn en toch bereikbaar voor onze beurs, anders is de rotzooi nog niet van de lucht. En als ik in Batavia opnieuw kuren moet voor de dyssenterie, dan so wie so niet. Hoe is 't met jou vergaan? Alles naar wensch? De tocht goed verloopen? Je moeder gezond? - Het was erg gezellig je nog even hier te zien, al was 't dan veel te kort. Mijn adres is voorloopig in Batavia: p/a Dr. L.F. Jansen, Hôtel des Galeries, Batavia C. Zoodra wij een vaster hebben, laat ik het je weten. Je krijgt binnenkort ook De Man van Lebak, waarover Menno al een uitstekend stuk schreef,Ga naar voetnoot2. maar waarover in Holland het verwachte gedaas - met de grootste stommiteit en oneerlijkheid! - al is losgebroken, elders; wat in Indië ook wel gebeuren zal. Ik heet nu, voor de gelegenheid, een ‘jonge enthousiast’,Ga naar voetnoot3. wat nogal kluchtig is als ze je jarenlang verweten hebben dat je zoo ‘cerebraal, liefdeloos en cynisch’ was. Maar tenslotte, gelijk hèbben ze: Multatuli maakt mij jong en enthousiast waar hùn smoelementen en andere hollandsche botheden dat àndere effect op me hebben, - dat is best mogelijk, ja. Wiens ‘schuld’ dit is, kunnen we in het midden laten, het heeft iets van een ‘natuurwet’. Met-dat-al, iedere pers-man hier heeft mijn Mult.-boek al, behalve ikzelf. En ik had het in de afgeloopen koortsdagen juist graag besnuffeld. Ik ben nu toch niet in staat tot iets beters. Nu, Dé, het beste. Schrijf nog eens naar Batavia, en laten we hopen | |
[pagina 241]
| |
dat we elkaar den volgenden keer wat langer zullen ontmoeten. Hartelijk gegroet, ook door Bep, en met Ira, steeds je E. |
|