Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3361. Briefkaart aan H. Marsman: Garoet, 3 december 1937Garoet, 3 Dec. '37. B.H. - Ik vergat nog te antwoorden op je vraag betreff. dat voorwoord voor J.F. Neen, ik vind dat je die truc niet gebruiken kan, en bovenal, waarom moet Lubbes op die halve en subtiele manier worden ingelicht? hij begrijpt het toch niet. Zij die het ‘voelen’ beseffen heusch wel hoe 't in elkaar zit met die autobiogr. stukken, zij die het niet ‘voelen’ vinden 't alleen maar raar en ongepast. Liever Zelfportret van J.F. dan De Vriend van mijn Jeugd met zoo'n praatje. En noem dien | |
[pagina 224]
| |
man dan maar J.F., niet Fontein of Furkins of Freiling of Falck of wat ook. Moet hij af en toe bij zijn voornaam toegesproken worden, hiet hem dan niet Jacques, maar Joris. (Dat is een mooie, èn christelijke èn hollandsche naam, zoo heet Ivens ook.) Nièt Jezus! Eig. is in het complete ‘2e deel’ de titel Zelfportret van J.F. niet kwaad, en dan hoef je ook niet meer te verwijzen naar Gr. Ned. en naar je Gorter en van veranderde titels te gewagen, enz.Ga naar voetnoot1. Voor mij heet het ding al niet anders meer, en het voordeel van ongezochtheid is ook een hoop waard. Voilà. Amen Tot later. Je E. |
|