Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3264. Aan G.M.G. Douwes Dekker: Tjitjoeroeg, 28 augustus 1937Tjitjoeroeg, 28 Aug. '37. Waarde Heer D.D., Hoe onaangenaam dat u weer ziek bent! U zou rust moeten nemen; er eens een maand of zoo compleet uitbreken. Waarom doet u dat niet? Ik verlang naar postkaarten van u uit fraaie streken ver van Bandoeng! Ik wacht nu op de proeven, voor zoover door u bekrabbeld, en zal zien er zooveel mogelijk rekening mee te houden, voor zoover niet bij voorbaat gedaan. In ieder geval is het mij een geruststelling dat de ‘algemeene indruk’ goed was. Ik ben nu al bang dat Q. me ferm ‘beboeten’ zal; hij heeft mij zoo beknibbeld en gepest in deze geschiedenis, dat dat nog wel niet over zal zijn. Toch is hij in zijn laatste brief nu weer opeens smeltend vriendelijk. Het mannetje is ijdel als een vrouw, en als het in mijn aard lag hem op gepaste tijden wat stroop toe te dienen zou ik misschien nooit moeite met hem hebben. Maar ziedaar, ik kàn niet. Over 't algemeen ben ik nu wel tevreden met mijn boek, al ben ik, als u, tureluursch van al dat gejacht. Hij schreef mij dat hij eind October moet uitkomen (misschien wel vanwege Sinterklaastijd in Indië, wie weet?) en de afstand is hier de grootste schuldige. Verder is er nog flink wat revisie noodig (dat moet een vriend van mij doen). Enfin, ik troost me met het idee dat dergelijke boeken nooit volmaakt zijn dan tegen den 3en druk, net als encyclopaedieën en zoo; - maar een 2e druk zelfs zal ik wel niet beleven.Ga naar voetnoot1. Op zijn allerbest loopt het boek zoo goed dat Q. mij een ‘vervolg’ vraagt; dat ik dan - ofschoon het me minstens 6 maanden van eigen werk zou afhouden - voor Multatuli met liefde schrijven zou.Ga naar voetnoot2. Daar ik dan | |
[pagina 92]
| |
den schrijver zou moeten behandelen, zou ik al zijn werken (14 dln.) ook moeten overlezen. En als ik op het Landsarchief kom, heb ik ook alleen nog maar de avonden. Maar... zoover zal 't niet komen. Dat zou te mooi zijn voor de noordelijke Lage Landen! Met Greshoff (v. Gr. Ned.) ben ik weer verzoend, zeer tot beider genoegen. Ik krijg het boek van Saks opgezonden zoodra het verschijnt en mag het ‘overdwars en overlangs’ afmaken, schrijft hij. Ik heb bovendien nog andere dingen op m'n hart, inzake Multatuli. Als ik de gelegenheid vind zou ik nu willen behandelen: a. Multatuli en Huet (hun complete verhouding); b. Multatuli en Van Lennep (idem);
c. Multatuli's politieke overtuiging;Ga naar voetnoot4.
Vroeger of later.... Naar aanl. v/h boek v. Saks kan ik misschien al punt a. en b. behandelen. - U kreeg toch het knipsel v/h Vaderland dat ik u zond, met dat protest van dien advocaat van mevrouw Edu geb. Post v. Leggeloo, en het voortreffelijke antwoord van Ter Braak daaronder?Ga naar voetnoot5. Ik liet uw broer sturen - door Dahler,Ga naar voetnoot6. die het ex. even wou inzien - het laatste nr. van G. Ned., waarin de brieven van | |
[pagina 93]
| |
Multatuli door Ter Braak aangekondigd, en mijn artikel naar aanl. van Dr. Julius Pée.Ga naar voetnoot7. (U komt daar ook in voor, maar uw broer nog meer, en ik heb maar één ex., dat ik dus aan uw broer liet zenden. Hij moet het u in ieder geval sturen, en dan moet u onder elkaar maar afmaken wie het houdt en wie een ander bestelt of zoo. Misschien kan ik ook nòg een ex. vragen.) Aan Q. schrijf ik,Ga naar voetnoot8. gelijk hiermee, dat hij èn aan uw broer èn aan u 1 ex. van het boek zendt. U hebt het dan wschl. ook tegen Sinterklaas. Moge u het dan rustig lezen, proper afgedrukt en zonder drukfouten, en moge het u dan niet tegenvallen. - Met beste wenschen voor uw gezondheid nu, steeds gaarne uw EduP. |
|