Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3141. Aan H. Mayer: Tjitjoeroeg, 16 maart 1937Tjitjoeroeg, 16 Maart '37. Beste Henri, Veel dank voor je uitvoerige inlichtingen. Dus Kips leeft nog, hoewel in staat van fossiel, en Kock is gecrepeerd?Ga naar voetnoot1. Ik neem er nota van, hoewel mijn boek over Mult, af is (een boek van ± 250 blzn, | |
[pagina 394]
| |
300 misschien wel - in druk). Ik zoek er een uitgever voor, als Querido niet wil. Ik heb Kock er uitvoerig ingezet, niet zoozeer als Kock, maar als standaarduitgaaf van ambtenarenverdwazing, een soort Slijmering II. Mijn boek gaat maar tot na Lebak, maar ik geloof dat het zeer boeiend is, en het allercompleetste over M. tot dien tijd (1857). Als het succes heeft, maak ik een tweede deel over ‘Multatuli den schrijver’. Het gaat hier betrekkelijk goed, we mogen niet klagen, al wennen we maar langzaam. Stuur mij Colenbrander, ingen. voor fl. 12 (porto vrij). Stuur ook maar St. Just,Ga naar voetnoot2. voor een riks. Liefst ook franco. Wat het boek van Boeke over biologie betreft, mijn vrouw gaat morgen op het Bat. Gen. kijken of ze 't daar soms hebben. Ik schrijf het dus morgen erbij wat het zijn zal, koopen of niet. Tjitjoeroeg ligt niet zoo erg hoog, hoor. Maar het heeft eig. een beter klimaat dan Bandoeng. Het is er koel genoeg en minder vochtig. Bdg. kan heel drukkend zijn en broeierig van de vocht; die z.g. gezondheid ervan is maar half waar. Er zijn hoopen menschen hier, die beter te Batavia aarden dan te Bandoeng. Hartelijke groeten van je E. P.S. Het boek van Boeke is er (Afstamm. van den Mensch, W.B. 1914), dus niet noodig. Is er niets nieuwers?Ga naar voetnoot3. P.S. Bernet Kempers ken ik al, ja.Ga naar voetnoot4. Hij was zelfs al eens hier. Een zéér geschikt iemand. Ik heb mij zeer geamuseerd, gisteren, met een verslag van een ‘gericht’ dat de ‘oude meester’ Robbers over de jongeren gehouden heeft,Ga naar voetnoot5. in een soortement nutslezing, en waarin hij vooral ‘scherpe | |
[pagina 395]
| |
kritiek’ op mij geoefend heeft, naar het schijnt. Ik scheld zoo arrogant en brutaal, terwijl Menno, hoewel ook allesbehalve recommandabel, tenminste in het nette blijft. Je weet niet hoe lief ik zooiets eig. vind van dat oude schapenkind. En één ding zal in Holland blijven gelden totter eeuwigheid: dat halfzachtheid + provincialisme daar vereerd moet worden als ‘warm gevoel’. Hier ook overigens - daar hebben we de ethische richtingGa naar voetnoot6. aan te danken, en de lieve briefjes in hollandsch-halfzachtheidsstijl van raden adjeng KartiniGa naar voetnoot7.; en de poëzie van Soeroto, en nog veel meer. Maar de N.S.B.-prollen zijn erger.Ga naar voetnoot8. Nogmaals gegroet. |
|