Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2983. Aan E. van Moerkerken: Parijs, 5 of 12 juli 1936Geachte Heer, Dank voor de gezonden foto's.Ga naar voetnoot1. Ik zou meer van uw werk willen zien; deze twee proeven lijken mij aardiger als ‘idee’ dan geslaagd als camera-kunst. Misschien hebt u ze daarom wel voor mij uitgezocht? Wat u over die arrivisten-ironie zegt (arrivés-ironie is juister) is heel aardig. Wat de ‘lachspiegel’ betreft,Ga naar voetnoot2. daar zit een subtiele redenering aan vast, waarover we het nog wel eens zullen hebben als ik u weer zie. Lange brieven schrijven gaat me steeds slechter af; en ook ik zou meer van u af moeten weten dan ik nu doe. Maar met 1 Oktober a.s. verlaat ik Parijs, al weet ik nog steeds niet waarheen. Geloof mij, met vriendelike groeten, gaarne uw dw. EduP. | |
[pagina 233]
| |
Ik weet niet wie over die surrealistiese tentoonstelling in Londen geschreven heeft; ik meen dat de korrespondent in Londen van de N.R.C. een zoon is van prof. Huizinga.Ga naar voetnoot3. Parijs, Zondag |
|