Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2822. Aan H. Marsman: Parijs, 25 januari 1936Parijs, Zaterdagmorgen. Beste Henny, Dank voor je brief. Gelijk hiermee zend ik je de gevraagde stukken van Bep. Wel graag spoedig terug. Ik heb haar heelemaal niet gedwongen om dien brief te schrijven! Ze zei zelf dat ze het doen wou en is er ook heelemaal uit eigen beweging toe gekomen, al gaat zooiets haar altijd moeilijk af. Maar wat mij betreft, na wat ik jullie al eerder geschreven had voelde ik mij als Pilatus.Ga naar voetnoot1. Ik ben nog suf en beroerd, heb dagelijks hoofdpijn en voel me of al mijn zenuwen in de knoop zitten; verder is alles best. - Ik zal probeeren morgen (Zondag) of misschien vanavond nog (?) dat stuk over Guilloux te schrijven.Ga naar voetnoot2. Als het niet zoo vervloekt kort moest zijn, was het makkelijker te schrijven. Lees Lermontov maar gauw; ik denk dat het je erg zal ‘liggen’, zoowel de stijl als de inhoud (sfeer). Die brieven van jou en V. in De GroeneGa naar voetnoot3. moeten substantieeler | |
[pagina 111]
| |
worden dan de eerste brief. Anders is het onzin dat dààr 2 kolom aan moeten gaan, in de groote schaarste! Wat is dat ‘alle rappistenGa naar voetnoot4. bij elkaar’? en welke definitieve tekst bedoel je? Dit gaat wschl. niet meer in het boekje van Boucher, dus is eventueel voor een volgend deeltje.Ga naar voetnoot5. Maar ik maak mij daar geen zorg over. Ik las nu de Odyssee en Hesiodus; maak me dus weer op tot andere dingen - alleen schrijven gaat slecht. Vanmiddag ga ik op jacht langs de ‘quais’; dan zie ik even Greshoff. Behalve wat ik lees en de oogenblikken dat ik met Bep ben, voel ik mijn heele bestaan versnipperen in allerlei noodelooze ontmoetingen, - maar, ‘wat wil je?’ dat is Parijs! En de menschen die wij zien zijn allemaal even aardig; de fout ligt bij mij en aan mijn toestand. Nogmaals dank en stuur spoedig weer wat proeven. Mijn schoonzuster komt de 31e en legt dan een week compleet beslag op ons: uitgaan, winkels, enfin, toeristen-tournées. Maar ook zij is erg aardig...Tot werken - ook het werk dat ik in de Nationale wou doen, die Kaukasus-onderzoekingenGa naar voetnoot6. - kom ik dus zeker niet vóór 10 Februari. Veel hartelijks onder ons vieren. Je E. Ik hoor dat Donkersloot benoemd is.Ga naar voetnoot7. Bravo! Wij hebben hem dus geholpen zijn ware bestemming te vinden. Op bijgaand papiertjeGa naar voetnoot8. staat gewoon: ‘Maar’. Ik wou het zóó hebben: ‘on est toujours volé’. Punt liefst, geen streep. En dan, op dezelfde regel: ‘Maar, adieu’, enz. |
|