Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
bij - geslaagd voor zijn doctoraal economie in Rotterdam - op weg naar Indië (zit nu op de Sibajak). Wij spraken elkaar 10 minuten, om 12 uur's nachts, in het Gare de Lyon. Ik vroeg hem voor mij ‘uit te kijken’, hij beloofde dat het het eerste zou zijn waarvan hij werk zou maken, en hij is vol hoop: ‘maar àls ik iets voor je vind, moet je dan ook direct komen’. Wat ik beloofde. Over een paar maanden ben ik dus misschien al op weg naar Indië. Als Bep nog wat in Europa wil blijven, ga ik alleen. Ik loop nu in de schaduw van dit vooruitzicht rond, en het verandert mijn heele manier van reageeren op de dingen. Ik vraag me af hoe mijn leven in Indië zijn zal, mijn verhouding tot de literatuur, tot de maatschappij (nu!) en tot het nationalisme. Vroeger zou ik in Indië zeker nationalist geworden zijn, uit reactie tegen de ‘ethische richting’. Nu zeker niet, hoogstens ‘neutraal’. Maar ik denk: zelfs dat niet. Ik las Benda heelemaal - naarmate je opschiet wordt het steeds minder. Het is tè zeer ‘raison pure’, je gaat denken: dat zijn heele mooie verstandsconstructies, maar wat hèb je eraan? Ook het einde van La Fin de l'Eternel is al vervelend; het begin (vooral tegen Maurras) is voortreffelijk. Ik las verder Sorel, die mij erg tegenviel. Ik heb gewoon geen opinie over zooiets: het kan me niets verdommen. Wat hij over de ‘violence’ zegt, zijn 9 op de 10 × waarheden als koeien (uitvoerig geanalyseerd, in je professors-stijl), zijn politieke combinaties lijken me alweer verouderd en kunnen me niet boeien. Ik lees nu Stirner,Ga naar voetnoot1. die mij meer aantrekt. (Hoe lang zal dat duren? - Daarna ga ik weer met kracht aan Spinoza.) In Januari begin ik mijn verhalen te schrijven,Ga naar voetnoot2. dat is een uitgemaakte zaak. Goed of slecht, ik begin. De brief van MannGa naar voetnoot3. is geschikt en de laatste zin ook weer een waarheid als een koe, vooral in deze vorm. Maar waarvoor moet je nu in Godsnaam die mijnheer Lukacs lezen? Wat de man zegt is bovendien volkomen juist: het is maar of je voor dat ‘verschil in niveau’ voelt, of niet. Ik voel voor Epictetus en voor Marx en voor Lassalle, alleen om het niveau dat hen onderscheidt van Vaillant-Couturier en | |
[pagina 66]
| |
Lou de Visser. Die kànt van Nietzsche is boven het nazisme te vinden: er is alleen maar heel het verschil tusschen een heldendom voor barden en profeten en één voor rancuneuze pantoffelhelden, ratés en zich nutteloos voelende lummels. Je hoeft daar mijnheer Lucaks niet over na te lezen, die precies iemand zal zijn als de communistische ideoloog Nizan hier: ‘Weg met Plato, omdat hij slaven wilde’. - Ik zal dat nr. voor je probeeren te vinden, maar als dat niet lukt, troost je dan. Plechanov (die heel wat ‘grooter’ is dan Lucaks) noemde Nietzsche een aarts-burger. Al deze baatzuchtige definities doen er geen bal toe: je bent ervóór of ertégen, - of ernààst.Ga naar voetnoot4. Ik ga overigens steeds meer voelen voor Erasmus en Spinoza. Maar niet voor Benda-Huizinga, tenminste heel weinig. Dit is ook een simpele kwestie van niveau. Schrijf, in afwachting van je grootere studie, een stuk over dit niveau-verschil dat een wezensverschil is (zonder dat wezen niet dat niveau) voor De Sleutel, blad van de antifascistische studenten. (Adres: W. Weissglas, Pieter Bothstraat 12, Den Haag). Titel en namen voor Vreede alle slecht. Afscheid van het Dorp is een titel voor Coolen. (Nù tusschen Coolen en Ter Braak!) Pia leeft met zijn vrouw hier in Parijs voor fl. 150. 's maands, alles inbegrepen. Dus dan zal het in Aix zeker gaan. Ook als ik naar Indië ga, is het misschien iets voor je. Je hebt daar Noth, soms Giono, en anderen. Kom je niet eens hier? Je kunt bij ons logeeren. Tot zoover. Hartelijke groeten onder ons vier, je E. |
|