Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 415]
| |
1921. Aan mej. D. Bolle: Parijs, 8 januari 1934Parijs, 8 Januari, 19 rue de l'Y vette. Geachte juffrouw Bolle, Zou u mij in den loop van deze maand kunnen schrijven wat u denkt van ons eventueel plan van samenwerken? Als u gelooft dat het hoogstwschl. niet door kan gaan, zegt u mij dat dan gerust. Ik moet wel iets weten, met het oog op verdere plannen, ook voor mijn verblijf hier. Ik zou bv. van deze kamer weg willen, maar als u mij in April al noodig hebt, is het haast de moeite niet waard. Volgens Greshoff gaan detective-boeken op het oogenblik het allerslechtst in een uitgeversfonds dat zich nog met andere dingen bezighoudt (bv. Leopold). Schrikt u dit niet af? Misschien moeten we iets geheel anders zoeken. Over Maurits schreef ik u al.Ga naar voetnoot1. Graag binnenkort antwoord. Schrijft u mij precies wat u denkt, ook als het minder gunstig uitvalt. De tijden zijn er nu eenmaal niet naar om zich veel illuzies te vormen. Met vriendelijke groeten, steeds gaarne uw dw. EduPerron Hoe gaat het met de tentoonstelling?Ga naar voetnoot2. |
|