Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1890. Aan F.E.A. Batten: Parijs, 3 december 1933Parijs, 3 December. Beste Freddy, Dank voor je enthousiasme. De rest is van minder belang. Ik heb al mijn hoop voor je gesteld in het enthousiasme waarmee je telkens weer loskomt; de pen wordt spoedig wel bedrevener, d.w.z. meer beheerscht, het voornaamste wat je noodig hebt; voor een ‘inhoud’ zorgen de jaren - amen. Ortega y Gasset is inderdaad zeer lezenswaard, vooral in dezen tijd. Neem hem niet tè veel au sérieux, en verzeker niet tè hard dat hij voor dieGa naar voetnoot1. happy few schreef waar Stendhal zich aan wijdde. En leer Ter Braak's enthousiasme voor de krant = het publiek, onderscheiden van zijn betere uitingen. Praat liever eens met hem over Ortega, als je hem ontmoet. - Maar je hebt gelijk dat je ook deze hater van den ‘massamensch’ met enthousiasme leest. Zag je Waarom niet al? Ik ben benieuwd of het goede dingen zal bevatten. Waarom niet? zelfs na de Plantage. Ik ben hier nog midden in de beredderingen. Eind December kom ik zeker in Holland en hoop je dan te zien, alsmede den zooveel ‘bezadigder’ Rudie. Ik zal jullie dan op alle vragen antwoorden, ook over Ducroo, en dan nog wat meer te vertellen hebben dan nu. | |
[pagina 394]
| |
Couperus krijg ik voor D.G.W. te besprekenGa naar voetnoot2.; dus houd het kostbare en omvangrijke werk binnenshuis. Hartelijke groeten voor jullie beiden van je EdP.
Mijn vrouw zendt (ook) veel liefs aan den van haar (ook) houdenden jongeman.
Couperus-in-studievertrekGa naar voetnoot3. is hier al boven mijn schrijftafel geprikt en kijkt minzaam en verwachtend op de verdere geboorte van Ducroo neer. |
|