Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1817. Aan J. Greshoff: Bellevue, 2 en 3 oktober 1933Bellevue, Maandag. Beste Jan, Hierbij den brief van Jany terug. Zooals ik je ook al schreef, heb ik nu besloten hem Ducroo weer te zenden. Maar houd jij I en II aan, omdat, als het nu tòch niet gaat, wat best mogelijk blijft, dat niet meer naar De Gids terug moet, maar integendeel alles wat daar is naar jou. (Voor Coenen.) Als Aty hier is, zijn wij zeker weg. Wij vertrekken nu zeker 14 October. Guilloux heeft wschl. iets voor ons gevonden in St. Brieuc, ‘Le Manoir du Roselier’. Denk erom, officieel ben ik daar alleen, en blijft Bep voor het correspondentschap in Parijs (adres van de Chevassons), met maar een enkel ‘spoorbezoek’ aan haar heer gemaal. Ik schreef gisteren een moeilijk stuk Ducroo en ga vandaag weer hard verder. Ik moet er een hoop van afmaken, vóór de volgende week, want dan begint het verhuizen al, en moeten allerlei laatste maatregelen genomen worden. Van Menno ook een opgewekte brief,Ga naar voetnoot1. en ook over het laatste nr. van Forum. - Wat een rotzooi voor dien armen Schilt, al deze heibel, | |
[pagina 331]
| |
en wat een prettig vooruitzicht voor hem en ook voor ‘Hein’, en ook voor ons misschien, als Scholte het nu ‘wint’... O ja, je schreef me laatst dat je de vergrooting van jou en mij bij Diderot verzonden had, maar ik heb die nooit gekregen! - Kijk eens of je kunt krijgen: Lettres de l'abbé Galiani (een vriend van Diderot), 2 dln. in 1881 voor de laatste maal uitgegeven bij Charpentier.Ga naar voetnoot* Nietzsche was er dol op. Als je ze niet goed vindt, willen Menno en ik ze wel van je overnemen. Ik heb geen boekhandelaar in Parijs en geen tijd om naar Charpentier te gaan.
Dinsdag. Vandaag je briefkaart (géén dag zonder Jan!) - Neen, je krijgt van Menno alleen het stuk over de Liaisons, dat met Ducroo niets te maken heeft, maar uit Forum moet vanwege plaatsgebrek en dat je dus zou moeten probeeren in Coenen's gunsten te werken. Verder voorloopig niets. Schreef ik je al dat Pom opeens ‘zeer ingenomen’ bleek (zoo zegt Jany althans) met mijn stuk over ‘Java’ en dat het in De Gids komt? Om één ding amuseert mij dat kolossaal: dat de nagedachtenis van Potgieter, ten faveure van den door hem altijd uit dat blad geweerde Multatuli, er nu op zijn pokkei krijgt, in dat door hem opgerichte letteren-monument! Het kan soms toch leuk loopen. Verder krijg je dus de rest van Ducroo van Jany, als de plaatsing daarvan in De Gids niet lukken wil. Anders zend jij integendeel je hfdst. I en II naar Jany op. Maar houd ze voorloopig vooral aan, om overbodige zendkosten te vermijden, want ik ben er allerminst zeker van dat Pom de rest niet even afschuwelijk vindt als het begin. Het zou mij zelfs een beetje spijten, eerlijk gezegd, als het hem après tout exciteerde. T.V. schrijft vandaag dat de munten er zijn. Dat is een pak van mijn hart. T.V. schijnt tegenwoordig erg tevreden over dien notaris. Ik laat me 's mans volmaakte boeventronie niet uit het geheugen zetten. En bovendien, en hoe dan ook, ik blijf royaal de dupe van al deze bemoeienissen van wettelijke zijde! Het moest er nog maar bij komen dat ik werkelijk dolgelukkig ging zijn met het feit dat ik zoo goed ‘verzorgd’ ben (le notaire soigne si bien vos intérêts, zooals T.V. schrijft). | |
[pagina 332]
| |
Vandaag heeft ook die vendutie plaats. Ik hoop er spoedig wat van te hooren, van jou of van T.V. of van dien zorgvollen notaris.Ga naar voetnoot* Hart. groeten van je E.
P.S. Vergeet niet mij dien brief van eergisternacht terug te zenden. En de vergrooting van Diderot in alle hoeken en gaten te zoeken. Dank, dank, dank. |
|