Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
1537. Aan J. Greshoff: Bellevue, 31 maart 1933Bellevue, Vrijdag. Beste Jan, Ik ben weer een heeleboel beter; vooral je brief heeft mij veel ‘deugd’ gedaan. Timmers V. is werkelijk een prachtvent! (Het gaat op Multatuli lijken!) Jammer dat hij mij zelf niets van dit alles schreef. - Wat een ‘prachtvent’ is die VethGa naar voetnoot1. ook, in zijn soort! Het doet mij genoegen dat T.V. hem door heeft. Het verhaal van Slau is ook al prachtig. Vooral bij Boutens! Bep heeft er zich tranen om gelachen. De man van dat: ‘De poëzie, God vergeef't me, moet een beetje dom zijn’, is Poesjkin. Maar ik geloof dat ik het zelf ergens heb aangehaald, al zou ik niet weten waar (sinds ik zoo'n polygraaf geworden ben!)Ga naar voetnoot2. Wou je het ergens gebruiken? Wat je zegt over dat laten loopen van je opmerkingen over de uitgeverij, is pertinent niet waar. Misschien maak ik die indruk omdat ik er zelf maar niet aan wil denken. Het heeft mij integendeel erg ontmoedigd, zooals je uit mijn brief van gisteren zult hebben gezien. Mijn hart doet nog altijd een beetje raar. Geen kloppingen meer, maar erg slap en gevoelig op die plek. (Net of ik er een beetje honger heb, zoo'n beetje wee.) Enfin, het wordt iederen dag wat beter. Ik ben gisteren maar weer aan het boek gaan schrijven en vandaag ben ik weer heelemaal in de stemming. Wat je me erover schrijft, lijkt me heel juist - afgescheiden van de lof dan. Op die manier heb ik ook getracht de afwisseling en het verband erin te leggen. Ik schrijf nu aan twee verhalen,Ga naar voetnoot3. die Arthur voor Jane bedenkt, en die 1o. een idee geven van wat Arthur bezig houdt, 2o. een kijk op zijn gevoelens voor Jane, zonder dat die zelf in het spel worden gebracht. 3o. De afwisseling weer. Ik stuur je straks of morgen weer een portie. Misschien méér dan 30 blzn. - 40 of 45 zelfs - als ik het tweede verhaal gauw afmaak, waar ik nu mee bezig ben. Anders 30, met maar één verhaal, waar je je dan een 2e direct achter denken moet. - Ik heb een heel lijstje | |
[pagina 93]
| |
opgemaakt van hoe de rest verloopt, maar je hebt daar niets aan, omdat ik merk dat ik in de uitwerking toch altijd heele andere dingen doe. De naam Bloklandt mag je veranderen in wat je zelf maar wilt. Ik vond die dt anders nogal netjes, maar als jij nu iemand gekend hebt van dien naam, die iets te maken had met een postkantoor!... In Arnhem toch niet? Als ik de boel getypt vóór me heb, kan ik van alles en nog wat herzien en beter dan nu. Het is dus in ieder geval nuttig dat je de boel laat typen. Kan die juffrouw van jou het niet, als ze bij jou gedaan heeft? Je zult zien, later, dat de herinneringen aan Indië vooral nog veel beter worden. Ik heb daarover eigenlijk nog niets gezegd. Maar eerst krijg je nog een heel brok van ‘nu’, en dan het groote verhaal van Godius, dat nu al klaar ligt, maar dat ik je eerst zenden zal als we daaraan toe zijn. Aty krijgt misschien ook nog een naam, later, als het er vanzelf toe komt. Menno heet Victor (naar Dumay) Wijdenes. Maar meer dan een naam is hij tot dusver niet. Nu, Jan, dank voor je lange brief en het beste voor jezelf. Wanneer komt Jan van Nijlen hier precies? Hartelijke groeten, ook van Bep en voor Aty, de hand van je E.
P.S. - Wanneer heeft die Hamlet-opvoering in Brussel plaats? - Merkte je nog iets van Maurice? Hoe was hij op dat diner? banket? feestmaal?Ga naar voetnoot4. |
|