Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1513. Aan J. Greshoff: Bellevue, 11 maart 1933Bellevue, Zaterdag. Beste Jan, Ik schreef je eerst de briefkaart die hierbij gaat, maar er moet nog een hoop bij! De notaris schreef mij (d.w.z. schreef aan Herman die het mij weer schreef) dat de erfenis een Belgisch passief heeft van 60.000 frs., de huur niet inbegrepen. Als hij hierin de 10.000 frs. telt van de begrafenis (door mij dus betaald), zou mijn moeder aan rekeningen en dergelijke een schuld van 50.000 frs. hebben nagelaten. Ik geloof daar niets van, en heb weer het gevoel met een aarts-oplichter te maken te hebben. God weet met welke ‘stroomannen’ zoo'n aardigheidje bereikt wordt; ik ben helaas van de practijken van die smakkers niet op de hoogte. Ik heb nu een gespecifieerde opgave gevraagd. Ik heb Herman verder geschreven dat Timmers Verhoeven zich | |
[pagina 70]
| |
voor mijn zaken interesseert. Tot dusver geen antwoord. Misschien wordt hij woedend en zegt mij de conversatie op. In dat geval kan ik hem met het geld van het verkochte aandeel van Bep wel betalen, en zijn generale volmacht opheffen, om die aan T.V. te geven. Maar laat ons eerst afwachten. Ik moet ook nog eerst weten wat T.V. van Gistoux denkt en zoo. Ik ben weer 2 dagen beroerd geweest van deze aardigheid. Ik zou dien Dewever kunnen ranselen; ik voel dat ik door dien rothond gepest wordt en dat hij niets voor mij, alles wat hij maar eenigszins kan tegen mij doet; zuiver en alleen omdat hij mij met zijn ploerten-superioriteit nu eenmaals als poire heeft geklasseerd. En Herman doet niet veel voor mij, ook als hij eerlijk is; dat is me nu wel duidelijk. Ik denk dat hij denkt dat er toch niet veel aan te verdienen valt; hij woont in Nivelles en kan zijn tijd wschl. wel beter gebruiken in dezen crisistijd. Dàt is nu eenmaal de logica van die menschen. Ik heb gisteren de ellende met kracht van me afgezet en ben aan mijn ‘roman’Ga naar voetnoot1. begonnen. Vandaag ga ik in Bep's plaats naar de Cité Universitaire voor een soortement officieele thee voor journalisten of zooiets, maar vanavond of morgen ga ik ermee voort. Ik heb nu ± 30 blzn. klaar, en kan op deze manier zeker een gemiddelde van 5 blzn. per dag schrijven, als ik er geen ander rotwerk bij doe - of alleen een heel enkele keer. Ik voel me reusachtig opgewekt door het idee. De vraag is alleen: waar krijg ik die copy geplaatst? Forum heeft me te verstaan gegeven, dat er plaats gemaakt moest worden voor de anderen. Kan je niet voor me probeeren in Groot-Nederland? Als Coenen mijn vertaling van LandorGa naar voetnoot2. beroerd vindt, laat hij je die dan terugsturen; misschien wil Jany die dan wel hebben, of Boucher (voor een klein boekje). Reinald Godius wil ik totaal omwerken en opnemen in mijn ‘roman’. Deze ‘roman’ kan heeten: Het Nu en Vroeger (of Het Heden en Verleden, wat vind jij beter?) van Arthur Ducroo. Het grootste deel ervan zal ingenomen worden door herinneringen aan het Indische verleden, maar er zullen ook korte verhalen door staan, portretten, anecdoten, enz. Als geheel zal het lijken op de Ideën van Multatuli; maar niet van inhoud of toon; dit veel verhalender, over het algemeen. - Als ik zeker was dat mijn copy ergens geplaatst werd, zou ik met veel meer moed aan het werk gaan. Zal ik je de por- | |
[pagina 71]
| |
tie die klaar ligt zenden en wil je dan zien of Coenen ervoor voelt? Maar als ik dan eenmaal loskom, blijf ik erg lang aan het woord. - Ik zou ook Jany wel vragen, als die verdomde Pom me niet zoo tegenstond. Schrijf in ieder geval, en vooral: laat hooren hoe je 't maakt, sinds ons scheiden. Veel liefs ook voor Aty en van Bep, een hand van je E. |
|