1361. Aan F. Hellens: Bellevue, 17 november 1932
Bellevue, donderdag.
24 av. du 11 Nov.
Beste Hellens,
Het telegram van Méral is te vroeg gekomen, d.w.z. vóór ik terug was; ik heb jullie dus niet in jullie hotel kunnen opzoeken, en Bep, die niet wist om welk hotel het ging, heeft jullie niet kunnen telegraferen. Ik heb Méral geschreven, ik schrijf jou nu. Wanneer kom je bij ons; met Maroussia, als ze er al is? We zijn vrijdag al bezet, en zaterdag tot 8 uur 's avonds; dat is alles.
Wil je aan Paulhan zeggen dat ik het ex. van de Jordaan heb ontvangen met de zo aardige opdracht van de heer Rageot. Ik zal vandaag de 10 regels over Salverda en de 15 over Querido schrijven, maar wil je aan Paulhan vragen me nog Les Vieux Gens van Couperus te sturen, want ik zou ook graag wat goeds van de Hollandse literatuur zeggen, en Couperus verdient dat wel. Als het boek verschenen is en als je het hebt, zou je het me misschien zelf kunnen brengen? Wil je Paulhan vragen of ik nog zo'n vijftien regels over Couperus aan de beide andere notities kan toevoegen?
Ik zou ook graag de brief of het artikel willen lezen waarin André Gide verklaard zou hebben dat hij bereid is om zijn leven voor het