Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1396. Aan J. Greshoff: Bellevue, 5 december 1932Bellevue, Maandag. Beste Jan, Ingesloten de brief van Van Kampen, die eindelijk kwam. Wat zeg je van Sander's optreden? Het mispunt antwoordt mij niets meer, om beter te kunnen smoezelen achter mijn rug om. Ik heb hem vanmorgen geschreven hoe ik dit vond. Nog iets: kan je me uit het detective-stuk de bl.zij terugsturen, (4, 5, 6?) waarin staat (ergens in het midden) dat The Mystery of Marie Rogêt zoo goed is en zoo'n zuiver voorbeeld van ‘fair play’. Ik moet daar absoluut een zinnetje aan toevoegen, of wel twee. Ik ben erg vervelend, maar que veux-tu? Ik had dit stuk nog véél beter willen maken, maar voel me gejaagd, en steeds of ik den tijd niet heb! Henny stuurde me Anthonie's reactie op zijn stuk.Ga naar voetnoot1. Vraag het hem eens. Het is prachtig. Hij is pisnijdig en weet niet hoe ernstig en volwassen zich voor te doen, zonder één oogenblik te beseffen wat een onvolwassen boerelulligheid zijn ‘ernstig’ napraten van die volwassenen juist is. Maar de olifantshuid is toch wel beschadigd, dit keer. Nu, ik ga Poe serieus overlezen (de 3 Dupin-verhalen) om precies te weten waar ik aan toe ben. Dan de heele Holmes voor artikel II! Hartelijke hand, je E. |
|