Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1328. Briefkaart aan J. van Nijlen: Bellevue, 26 oktober 1932Bellevue, Woensdag. Beste Jan, Gelijk hiermee zend ik je een Verboden Rijk, dat ik gebonden kreeg, terwijl ik een ingenaaid ex. ambieer. Verder voel ik mij erg schuldig, omdat ik je niet eerder antwoordde op je schrijven; van Jan hoorde ik dat je zelf bedlegerig was. Maar hoe gaat het nu met Sophie? toch zeker wel weer beter, anders had Jan (die wel 3 × in de week schrijft!) ons wel op de hoogte gebracht. - Misschien ga ik tegen 2 Nov. voor 2 dagen naar Brussel, om te zien hoe mijn moeder het in haar nieuwe woning maakt. Zij laat zoo goed als niets van zich hooren en zal nu wel midden in de verhuizing zitten. - Ik zocht gisteravond Léautaud op, in zijn (duister) hokje in de Mercure; hij ontving me alleraardigst, ofschoon het bezoek maar kort geduurd heeft. En ik werk ook wel, maar zie voorloopig nog te veel menschen (dat hoort ook bij het pas ‘gevestigd’ zijn!) Schrijf me hoe het je nu gaat, en vooral Sophie. En lees maar geen enkel boekje meer van dien heer, wiens naam alleen op wijnflesschen een aanbeveling vermag te zijn.Ga naar voetnoot1. Wat zeg je ervan dat Jan redacteur gaat worden van Gr. Nederland? Ik vind het opperbest; moge hij ook daar ‘nieuw leven’ in brengen, zooals dat heet. Nu beste oude, tot nader. Veel liefs, ook voor de anderen, in 't bizonder Sophie, van Bep en van steeds je Eddy
Je moet bepaald eens hier komen, later! en logeer dan bij ons. |
|