Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 328]
| |
dit laatste betreft: daarover moet je je maar met hem verstaan, maar dat kan op de drukproeven zeker ook nog wel. Verder zijn er nog andere Chineesche verzen van hem, meen ik, o.a. in De Gids; die hier ook bij zouden moeten. Maar waar zit hij? Heb jij De Gids niet? Ik kreeg nu graag zoo gauw mogelijk een revisie, maar dan met de vorige bladzijden erbij (desnoods afgedrukt). Vergeet je dit niet? Marsman zal zijn naschrift voor Tegenonderzoek maken als ik hem de proeven zend. Graag dus een dubbele proef van dat werkje, als het zoover is. Het naschrift wordt trouwens hoogstens 4 blzn. Ik weet nu heelemaal niet meer wanneer ik naar Parijs ga; Malraux en Pia zijn er nu ook niet. Als ik er heenga, waarschuw ik je. Als Beversen zijn stuk klaar heeft, zal ik er ook een schrijven, tenzij Jan het wil doen, die de rubriek Fr. letteren heeft in D.G.W. Het beste nu maar, in afwachting van de komplete ‘krach’! Wàt zouden we in Forum kunnen bespreken? Met hart. groeten, je E. |
|