Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1183. Aan H. Marsman: Gistoux, 27 juni 1932Gistoux, Maandag. Beste Henny, Allereerst: wil jij voor Forum een stuk schrijven over de brieven van P.v.O., maar liefst gevolgd door je eigen ‘herinneringen’ aan hem.Ga naar voetnoot1. En graag ook door een onuitgegeven brief van hem aan jou bv. (vooral als het over een ietwat interessant onderwerp gaat; was het niet over al of niet ‘moderne’ poëzie?) - het zou vooral aardig zijn omdat hij in dezen bundel over die correspondentie met jou schrijft, daar kan je dan ook aanknoopen - of wij doen het, in een ‘redactioneele noot’. Maar dan liefst zoo gauw mogelijk. Ik geloof dat die Gioconda Smile van Huxley geen al te beste keuze is, en in ieder geval zooiets als ‘de beste verhalen uit de mindere bundels’ (ouder werk, welk precies weet ik niet, Bep ook niet). Dubliners is ons beiden ook onbekend. Kan je mij Le Horla nog eens zenden? ik heb hier tijd het even te lezen. Kleist is mij werkelijk zeer sympathiek, soms toch nog wat omslachtig, maar even boeiend als ‘gaaf’. Het slot van Kohlhaas, dat er de wonderwereld een beetje bij haalt, wijkt af van het begin en het midden, maar ik houd wel van zooiets, en dan: deze wonderwereld is juist het ‘watermerk’ van Kleist. Ik las verder alleen nog maar Das Bettelweib van Locarno, een vlot spookverhaal van 4 blzn. - Dus over de rest later. Je hebt werkelijk een hevig gekrakeel veroorzaakt in die Nieuwe Eeuw,Ga naar voetnoot2. waarbij de Smit met het aartsengelnaampje ook nog een vrij | |
[pagina 327]
| |
bekakt figuur weet te slaan, al is hij voor zijn jaren werkelijk de verkalkte wijsheid zelf. Maar Herman de Man is werkelijk het bouquet, zóó'n volmaakte pleegeur is me toch in lang niet tegen geslagen, zelfs uit onze ‘provinciaalste’ productie. Je 3 regels tot besluit waren goed, maar ik had ze nog wat scherper gemaakt. Wat een pallurk, en wat is hij gevarieerd in zijn ghijn: gossemossie, het is Israël en de Moederkerk vereenigd in één goochem handelsreizigertje; hoe kon het anders of de opbrengst werd zooiets als dit? Enfin... Als ik Engelman was geweest, had ik dat prollenproza toch maar geweigerd, - en met een paar afdoende regels vóór de drukinkt! Je toon tegenover die heeren lijkt mij niet zoo arrogant als je zegt - is bovendien immers nooit arrogant genoeg. Of bedoelde je: arrogant over mij? (Een Voorbereiding). Dit is een opvatting; trouwens, wat je precies bedoelt met ‘Europeesch-provinciaalsch, of omgekeerd’ weet ik ook niet; hoè ‘omgekeerd’? ‘Provinciaalsch-Europeesch’? Ik geloof dat het euvel heel ergens anders zit dan in ‘provincialisme’; maar het doet er niet toe en het is mij best. In jouw geval had ik Een V. ook niet in deze mate ‘opgeofferd’, in dit verband; ik geloof dat ik zelfs Bill hevig verdedigd had tegen de geest die hier tegenover ‘ons’ stond, maar dit is misschien meer een kwestie van tactiek. Over het algemeen vind ik dat je je uitstekend gehouden hebt;je had misschien nog iets uitvoeriger, maar moeilijk preciezer kunnen zijn. Hierbij een briefje van Bep met adressen van Bob.Ga naar voetnoot3. - Deze laatste dagen (Zaterdag en Zondag) waren we in Brussel; misschien gaan we niet naar Parijs (met het oog op alles waarbij ik hier misschien nog noodig zal moeten zijn) maar naar de Ardennen. Ik schrijf daarover nog wel meer. Wanneer begint je vacantie? - Met hartelijke groeten, ook aan Rina, je E. |
|