Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1046. Aan H. Marsman: Brussel, 3 januari 1932Brussel, Zondag, 3 Jan. Beste Hennie, Ben je alweer in Holland terug? Ik heb je erg noodig voor 2 of 3 dingen. Eerstens: wil je eens goed nagaan of de scheiding tusschen tafel en bed door mij, uit Holland, kan worden aangevraagd, als ik daar domicilie neem; en dan, of er heusch niet een voordeel aan verbonden is. Misschien decideert het Simone, misschien niet, maar men beweert overal dat na 5 jaren scheiding op deze manier, de definitieve scheiding altijd wordt toegewezen, dus daar moet dan toch wel iets van waar zijn? Ik geloof, eerlijk gezegd, dat het voorloopig mijn eenige kans is, althans het eenige wat ik kan doen. De wet hier is gewoon revoltant en belachelijk, ik zal je er uitgebreid over vertellen als we elkaar terugzien. Bah, wat een katholiekerige mispunten! Iets anders is: kan je met Rien informeeren naar een behoorlijk en goedkoop pension voor me, liefst waar ik op mijn kamer kan | |
[pagina 247]
| |
eten.Ga naar voetnoot* Enfin, de ‘studentenkamer’ met eten thuis, liefst voor fl. 60. à fl. 65., als men daarvoor al iets behoorlijks heeft; anders mag het ook wel iets duurder. Ik denk dat ik spoedig naar Holland terugkom, misschien deze Vrijdag of Zaterdag of zoo; ik kom dan zoo gauw mogelijk naar Utrecht. Kan ik dan in ieder geval een of twee avonden bij je logeeren? Heb je je geamuseerd in Parijs en er gegevens opgedaan voor je Pauw?Ga naar voetnoot1. Ik schreef een eerste acte van mijn stuk, en denk vandaag aan de tweede te beginnen. Tot ziens. Hart. groeten, ook aan Rien, van je Ed. O! en het beste natuurlijk met ‘het jaar’.
P.S. Je 2 tegenstr. briefjes kreeg ik, maar jij hebt thuiskomende ook nog een brief van me moeten vinden - of werd die je nagezonden? |
|