Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1030. Aan J. Greshoff: Brussel,Ga naar voetnoot1. 6 december 1931Zondag. Beste Jan, Méral is vandaag noch gisteren gekomen - misschien vanavond, | |
[pagina 236]
| |
maar het kan best zijn: heelemaal niet. Zou jij dus dat interview over de poëzieGa naar voetnoot2. willen maken, met Hellens, die dit voor jou zeker graag doen zal. Niet te lang: de essentieele dingen over de Nederl. poëzie, vooral de ‘moderne’ en de poëzie in het algemeen. Jij kunt ook beter dan ik over de nieuwe strooming (persoonlijkheid gevraagd!) spreken. Geef mij op welk gedicht van je het liefst vertaald moet worden: Monsieur Maurice? Het anecdotische ervan leent zich misschien wel erg goed voor een vertaling. Bezorg me dan spoedig een afschrift daarvan; zoodra je een adres hebt. Morgenochtend komt òf mijn moeder zelf òf Paul B.Ga naar voetnoot3. hier om mij geld te brengen (mijn moeder was Zaterdag zelf grieperig) en dan ga ik weg. Maar ik weet nog altijd niet waarheen. Ik zal me laten inspireeren door het oogenblik als ik weer op vrije voeten sta. In ieder geval hoor je spoedig van me. Hart.gr. ook aan Aty, van je E. |
|