1029. Aan G. ter Braak: Brussel, 5 december 1931
Brussel, Zaterdag.
Lieve Truida,
Inderdaad: ik heb je erg verwaarloosd! Later uit ‘gebrek aan tijd’, en in het begin omdat ik dacht je spoedig terug te zien. De domheden die je me geschreven zou hebben, bestaan alleen in je verbeelding. Maar wat ik ertegenover zou kunnen stellen is alleen: 100 variaties van ellende, ‘miserie’ zeggen de Vlamingen. Mondeling meer hierover. Ik zie je nu vàst Woensdagavond of - middag, om half 4 moet ik n.l. Zijlstra spreken in Rotterdam. Om 5 kan ik dus bij jullie zijn, of half 6. Tot dàn. Neem dit nu voor lief. Hartelijk je
Eddy