Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1004. Aan J. Greshoff: Den Haag, 24 oktober 1931Den Haag, Zaterdag. Beste Jan, Hierbij, in een prachtige enveloppe, nog een brief, maar dat is dan ook de laatste voor je me terugziet. Schrijf alleen nog even of ik dus den 29en bij je logeeren kan. Ik kom dan tegen 4 uur of zoo, en rijd rustig naar je boulevard Reyers. Ingesloten: Kinderspel (dat ik gisteren vergat in te sluiten) en Winterdienst (dat ik weer heel wat beter vind - edoch, waarom dit eene vers uit de heele collectie door De Gids begenadigd werd, is mij een onoplosbaar raadsel!) - Boven alles stel ik de Uitverkoop; dan de 2 verzen in Helikon en de Luis; dan Winterdienst, dan een heele tijd niets, en dan de rest, met De Lafaard bovenop en Kinderspel onderaan. | |
[pagina 217]
| |
Je moet me toch ook nog eens wat meer vertellen van Hampton Court. Het boek van MauriceGa naar voetnoot1. zal ik lezen zoodra ik het heb. Ik schreef Sander om de Holl. Voorb.; maar por jij hem toch ook nog wat aan. Uitverkoop is nu practisch dus opgenomen, nu Maurice er ook voor is. Dat Menno er iets tegen zou hebben, is m.i. ook onmogelijk, maar zelfs àls... Dus dat gedicht komt zeker in Forum 2. Nu, beste Jan, tot ziens. Hart.gr. aan Aty, de hand van steeds je E
P.S. - De laatste regel van Winterdienst vind ik erg zwak. ‘Ik vloek alleen maar en doe mal’; de 2 dingen die je zegt te doen zijn al kinderachtig, maar dat ‘alleen maar’ maakt het nog een streepje bêter. Verander dat, really. - |
|