Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd867. Aan F.E.A. Batten: Gistoux, 27 mei 1931B.F. Gelijk hiermee gaan al de Lichtende Drempels. Ik heb het zoo gauw uitgelezen, dank zij het middelste en langste verhaal,Ga naar voetnoot1. dat gewoonweg bête is, Couperus op z'n abominabelst! - Wat de 4 andere verhalenGa naar voetnoot2. betreft - de ‘ruiterlijk symbolische’ - ik zou zeggen, neem desnoods het laatste verhaal, dat althans het best-geschrevene is: Van de onzalige erfenis. Maar liefst niets. Ik vind dit genre eigenlijk heelemaal de moeite niet waard; het zijn van die dingen die je vergeet zoodra je ze gelezen hebt. Tot nader. In haast. EdP. Volgens je lijst krijg ik nu:
Van en over mijzelf en anderen 4 dln.
Liefst de heeleboel tegelijk. Dank.
Zal ik je wat geld sturen voor de bibliotheek en verzendkosten?
Gistoux, Woensdag. |
|