Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
826. Aan C. van Wessem: Brussel, 20 april 1931Brussel, Maandag. Beste Constant, Ik heb op het oogenblik 38 à 40 blzn. copie, voeg daarbij 2 blzn. voor inhoud en colophon, dan hebben we (bij een bundel van 3 vel) dus nog ruim 6 blzn.; Manon en FaustGa naar voetnoot1. zouden die gaping zeer goed vullen. Kan je me die dingen dus toch niet opzenden? bij het overtypen verander je ze misschien nog een beetje. Het ‘opera-achtige’ hindert hier m.i. heelemaal niet; het heele boek heeft iets van het voetlicht. Een titel ervoor? Ik zal later nog wel eens iets bedenken; jij vindt ook nog wel iets. Impromptu's is te behouden, hetzij als ondertitel, hetzij aangevuld; maar beter is iets geheel nieuws. Iets als Lampions in den Wind: - ‘impromptus bij kaarslicht’, iets van flakkerende schijnsels, en toch meer kamermuziek dan openluchtserenade. Kan je niet iets vinden in de muziek? Wat is het equivalent daar van Hoffmann's Nachtstücke? Of iets met den naam Offenbach er in? of wat daaraan doet denken? Ik zend je bij nader inziens den bundel maar terug; voorloopig kan ik er met Stols toch niet over praten. Als hij een nieuwe serie genre ‘luchtkasteelen’ uitgeeft, zal ik het doen. Stel jij het van jouw kant aan ‘De Spiegel’ voor; vooral als Charleston succes heeft; ze kunnen dan toch wel 3 vel druks voor jouw plezier wagen. - Schrijf desnoods een voorwoord, waarin je naar het oude pseudonym verwijst. Maar après tout, waarom niet rustigweg: CONSTANT VAN WESSEM of, à la Pouchkine (Les Récits de feu Iwan Petrovitch Bielkine): de Impromptus van Frederik Chasalle, bezorgd door Constant van Wessem. Dat zou bij het ouderwetsche pastiche-karakter eig. heel goed passen. Eig. lijkt mij dat nog het beste! En schrijf dan een voorwoord In Memoriam Frederik ChasalleGa naar voetnoot2.; ietwat in denzelfden stijl. Maximum 2 blzn. De volgorde die ik aan de stukken gaf, zie je nog wel na. Volgens mij zouden Manon en FaustGa naar voetnoot1. moeten komen vóór de Chimaeren. Eindigen met Maitland. | |
[pagina 45]
| |
Het stuk genaamd MatrozenbalGa naar voetnoot3. zou ik er uit laten. Het is veel zwakker dan de andere ‘vasteland-idyllen’ en op zichzelf ook niet goed, vind ik. Zet ‘Florence’, als je het niet direct na Aspasia Citroen wilt hebben, bij de Elegieën en noem het b.v. Het Laatste Bedrijf of Crisis of zoo. Kan je de ‘hij’ ook niet éven wat meer zichtbaar maken, in een zin vooraf b.v., iets als: ‘Hij zag haar aan, maar zij ontvluchtte zijn oogen’; of ‘Hij was bij haar neergeknield, maar...’ etc. (je begrijpt wat ik bedoel). En dàn komen ‘de hand en de brief’. Het zou mij erg verwonderen als ‘De Spiegel’ niet bereid was dit boekje uit te geven, wanneer Charleston naar wensch gaat. Tot zoover voor vandaag. Hart. gr. van je E
P.S. De tekst gaat in een andere enveloppe als papiers d'affaires. Hierbij alleen het matrozenbal. |
|