Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd825. Aan F.E.A. Batten: Brussel, 20 april 1931Brussel, Maandag. Waarde Heer Batten, Dank voor uw schrijven. Waarom de edities van Stols zoo ‘vreeselijk duur’ zijn, zou ik u niet precies weten te zeggen; bovendien is het eene goedkooper dan het andere en zijn er verscheidene bij, die goedbeschouwd heelemaal niet meer zoo duur zijn, vergeleken bij andere Hollandsche uitgaven (dichtbundels van Van Dishoeck, Querido, Leopold, etc.) De Hollandsche uitgaven zijn over het algemeen duur, en als de oplage beperkt is, worden ze het iets meer. Het ligt anders wel in de bedoeling van Stols om een grooter publiek te bereiken en - als hem dat lukt - zijn boeken (o.a. een volledige bundel verzen van Jan v. Nijlen) goedkooper te maken. Maar zal het lukken? men durft het niet eens meer hopen. Wat mijn uitgaafjes betreft, geeft u zich toch geen moeite om dat alles uit te zoeken. Hierbij een lijst van mijn volledige werken, of tennaastebij: 1. Een Voorbereiding, eig. mijn eerste boek, staat op verschijnen; 2. Mikrochaos; volledige verzen tot op heden, d.w.z. herdruk van Parlando (dat inderdaad uitverkocht is) en van wat ik nog ‘erken’ uit Poging tot Afstand, - dit werk is ter perse; 3. Bij Gebrek aan Ernst, mijn eerste verhalen; een definitieve druk is in voorbereiding en verschijnt in 1932; 4. Nutteloos Verzet, 2e bundel verhalen, een vermeerderde en herziene druk verschijnt hoogstwschl. in '33; daarna 3 bundels kritisch proza, n.l. Voor kleine Parochie (staat op verschijnen), Vriend of Vijand (ter perse) en Tegenonderzoek (verschijnt wschl. volgend jaar, is voor meer dan 2/3 voltooid). Ziedaar. Als u dus rustig afwacht, krijgt u alles in de juiste volgorde. Ik geloof dat Stols ook | |
[pagina 43]
| |
deze drukken reeds goedkooper zal maken. - Ik zend u spoedig Een Voorbereiding. Kwestie Couperus. Ik voel in principe veel voor een bloemlezing uit het kortere werkGa naar voetnoot1.; niet alleen de feuilletons, maar te beginnen reeds bij zijn eerste novellen (uit Een Illuzie). Maar wij zouden dan een ruime keuze moeten kunnen maken en ons niet laten beperken door een vooraf bepaald aantal blzn. Eén flink deel (desnoods 450 à 500 blzn) of 2 dln., ieder van 300 bijv. Anders is het de moeite niet. En geen fragmenten, als in dat boekje van De Jong en H.Ga naar voetnoot2. - Maar 1o. hebben wij daarvoor noodig: een uitgever; 2o. de tekst van alles wat in aanmerking komt om ‘gekeurd’ en event, afgedrukt te worden. Mijn verblijf hier in België maakt, dat ik met uitgevers bijna geen contact heb; en wij zouden in dit geval niet iemand moeten hebben als Stols, maar als Nijgh & van Ditmar b.v. Ziet u kans om in die richting iets te wagen? Ik maak de keuze dan met u samen en wil met genoegen een inleiding voor den bundel schrijven. Of anders een kort en zakelijk voorwoord van ons beiden (dit laatste is mij eig. sympathieker, maar de uitgever wil misschien een grootere speech voorin). Kunt u mij bij gelegenheid een ex. zenden van uw Couperus-bibliographie? Dank voor wat u reeds deed en nog doen zult, misschien, inzake Eline. - Hoe stellen zich die brave leiders van het Genootschap een complete Couperus-uitgave in 12 dln. voor? Folio en 2 kolom? 20 à 25 dln lijkt mij al erg geserreerd. Maar wschl. komt er niets van; dat is dan weer het eenvoudigste. Kort Geding kan ieder oogenblik uitkomen, is afgedrukt en gebrocheerd. Het is volgens mij beter (losser, minder ‘programma’-achtig) dan De Lamp v.D.Ga naar voetnoot3. Ik raad u in die serie ten zeerste aan de 2 bundels, maar vooral Man tegen Man, van Ter Braak. Met vriendelijke groeten, gaarne uw EduP. |
|