Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd661. Briefkaart aan C. van Wessem: Brussel, 4 december 1930Brussel, Donderdagav. Beste Constant, Ik ben net hier terug en vond mèt je briefje de drukproeven.Ga naar voetnoot1. Inderdaad, alles is mij ditmaal wèl meegeloopen! Ik heb de proeven be- | |
[pagina 363]
| |
hoorlijk gecorrigeerd en me aan je aanwijzingen gehouden; het pak gaat gelijk hiermee naar De Spieghel terug. Over mijn twee buren in die snertverzameling van Binnendijk zullen we het maar niet meer hebben, van B. in eigen persoon ontving ik een misnoegd antwoord, waarop ik ook weer geantwoord heb, zoodat ook deze correspondentie tot de vlotte affaires van het verleden is gaan behooren. Et vive la poésie pure! de witte vlammen, de opper- en andere priesters, de koorknapen en de rest.Ga naar voetnoot2. Waarom schrijft Binn. niet een Verdediging van den Epigoon onder het motto: Vóór alles creatief? Hij is er de aangewezen man voor. Hartelijke groeten van je EdP. Ik vrees dat ik niets aan Malraux zal hebben in Holland! |
|