Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd641. Aan H. Mayer: Brussel, 9 november 1930Brussel, Zondagavond. Beste Henri, Zooeven een reunie meegemaakt van Vlaamsche letterkundigenGa naar voetnoot1.: nogal rommelig en veelbaardig. Den heer Walschap gezien, nogal aardig (en zéér katholiek), niet gesproken. Ik had een van zijn werken willen koopen om hem te vragen het te ‘signeeren’, edoch, géén werk van den jongen auteur was voorhanden. Curieus ingepikt, vind je niet? Kan je mij bezorgen 2 nrs. van Het Vaderland van 7 Nov. (Avondblad)? Daar staat een lezing in van Antonini,Ga naar voetnoot2. waarin voor Holland genoemd worden: Couperus, Van Schendel, Slauerhoff en Ikke - niet allemaal éven lovend, maar dat kan (en hoeft) ook niet; als verschijnsel op zichzelf vind ik het grappig - vooral komende van iemand van ‘het buitenland’. Ik wou 1 ex. hebben voor Slau en 1 voor mijzelf! Thanks. - Vanmorgen kreeg ik een wenk van de Vr. Bl. om mijn uitlatingen tegen Uyldert en Borel te schrappen (of daaromtrent). Gezegd dat ik er geen regel van wou opofferen. Springt het daarop af: tant pis. Overigens geen nieuws. Zend gauw de nota, bijgewerkt tot de laatste seconde. Met hartelijke groeten steeds je Eddy | |
[pagina 345]
| |
Dank voor de gezonden Telegraaf.Ga naar voetnoot3. Ik moet géén Havelaar (1e druk).
P.S. - Ik ben op die reunie ook nog aangesproken door iemand die mij voor Walschap aanzag en van mij weten wou wanneer het vervolg op Adelaïde zou uitkomen. Het was een puisterig jongmensch, dien ik op den echten Walschap heb afgestuurd.
P.P.S. Walschap lijkt NIETS op me! |
|