Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd606. Aan J. Greshoff: Brussel, 15 oktober 1930Den Heere Joannes Greshovius, s.s.t.t. B.J. Erg aardig van je, dat je me al die boeken meteen zond. Maar ik moet ook antwoord van je hebben! - nl:
Hierbij reeds 5 boeken terug, die ik niet noodig heb. De VriesGa naar voetnoot1. over | |||||
[pagina 300]
| |||||
je heb ik herlezen: het is verre van dom, vooral verre van verkeerd, en tòch is het geborneerd, voor mijn gevoel. Wel erg ‘de historicus der Nederl. letteren aan het woord’. - Die Ritter behoort bepaald tot de vele menschen die ik niet, en tot de weinige die ik bizonderlijk-niet kan uitstaan. Het is een hypocriet, geloof ik; hij doet zoo mondain-welingelicht en au fond is het een getrapte lui uit den Achterhoek (Utrecht). Ik ga jou nu lezen. Het is verdomd moeilijk voor mij om over jou een tant soit peu objectief (kritisch) stuk te schrijven: vijf × zoo moeilijk als over Slau. Je bent me ‘te na’, dat is 't mangel. Slot: Geef mij eens de 2 bundels gedichten van KeulsGa naar voetnoot2. en ook: Pierrot aan de Lantaarn, please. Dank. E. |
|