Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd603. Aan C. van Wessem: Brussel,Ga naar voetnoot1.12 oktober 1930Bruxelles, Zondag. Beste Constantinus, Met veel dankGa naar voetnoot* je WaterlooGa naar voetnoot2. ontvangen en met veel plezier gelezen. Jammer dat André zijn Oom niet nog wat meer geworgd heeft. Waarom heb je de stekelvarkens van de carré's geschrapt; vooral de herhaling (un peu à la Lautréamont) was nogal aardig. Maar zoo is | |
[pagina 297]
| |
het soberderGa naar voetnoot3., dat is waar. - Je moest deze André vasthouden en ons andere episoden uit zijn leven vertellen, tot zijn ouderdom toe, desnoods; anders kom je misschien niet tot onzen tijd, en dan wordt het altijd moeilijk...Ga naar voetnoot4. Van mijn goeden vriend en makker Everard Bouws hoorde ik een en ander van jullie ‘vergadering-alias-bijeenkomst’.Ga naar voetnoot5. Vertel er mij ook eens wat van. Greshoff interesseert zich voor je studie over het nieuwe zakelijke proza. Ga je ermee voort? please, do! Stols gaat aan een serie beginnen van bundels kritieken, ‘Standpunten en Getuigenissen’, die met mijn 2 bundels Cahiers v.e. Lezer opent. Als je nu cen goede serie stukken over het nieuwe proza bijeen hebt, zal ik mijn best doen om het (als je ervoor voelt) in de serie te krijgen (als die serie tenminste een beetje gààt!...) Maar ieder boekje moet ± 10 vel zijn. Dus gord je aan! Als ik jou was, beste Constantinus, dan liet ik de muziekbesprekingen in De GroeneGa naar voetnoot6. loopenGa naar voetnoot*, of door een ander schrijven, en wijdde mij aan twee dingen: I. episoden uit het leven van André; II. kroniek van het nieuwe proza in Nederland. Voilà. Denk er serieus over na, en schrijf. Hartelijke groeten van gaarne je EduP. |
|