Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd587. Aan H. Mayer: Brussel, 15 of 16 september 1930Brussel, Dinsdag. Beste Henri, Veel dank voor het uitknipsel, met het hartelijke bijschrift. Neen, mijn beste, het is uitstekend zoo, en ik zou niet graag lezen dat Uyldert en Borel zwijmelden bij mijn poâzie. Maar al die domheden lezen ergert mij ook altijd zoo - ik moet er bij zeggen, eigenlijk veel meer als het over een ander gaat, wiens werk mij lief is, dan over het mijne. Het dier genaamd recensent is toch een poover misbaksel, 19 op de 20 maal. Wat de anonymus van dit stukGa naar voetnoot1. betreft: ondanks zijn verrukking over Boutens' Morgengedachten heb ik reden aan te nemen dat het Albert Helman is, of Lou Lichtveld, als je dat beter vindt. - In ieder geval speelt hij tenminste niet Jef Last tegen mij uit; dat strekt hemzelf tot eer. Maar ach, laat ons over al dat geleuter zelf niet leuteren! Ik las met genoegen Das Buch Legrand. Ja, Heine is toch een aardige kerel! (quoi qu'en dise Jan.) - Willink en Bouws waren hier, en Slauerhoff is inderdaad 3 sept. l.l. in alle stilte getrouwd en gaat 1 Oct. a.s. weg. Ik kom eind van de maand nog even in Holland over om hem de hand te drukken. - Ja, doe moeite voor een werk van Apol, en verder voor een geïll. Gösta (6e druk) en een Frank Rozelaar. Van dit laatste desnoods een ex. in de ‘blauwe’ uitgave, maar dan in werkelijk blauw kaft, d.w.z. op goed papier. Dus in het deel dat Proza Gedichten heet; de herdruk, in groen, is op slechter papier. - Je mist niets als je Uyldert niet leest; dat hij gaga is, weet je wel. De volgende DGW.Ga naar voetnoot2. wordt aardig, geloof ik, met een stuk van mij over Carnaval | |
[pagina 274]
| |
van Ter Braak, een stuk van Donker over Parlando (zéér superieurderig, maar niet zóó stom als de rest) en een uitval van Jan tegen Charivarius en Haje, of de ‘taalschutterij’ van De Groene. Enz. enz.; wie weet wat er nog meer in komt. (Of is het stuk van Jan al tot October opgeschoven? dit weet ik eig. niet precies.) Wie is de meneer uit het Cr. Bulletin die er mij met de haren bijsleept?Ga naar voetnoot3. en waar en met welke oogmerken doet hij zulks? Ik weet van niets; verklaar je nader. Jacques zit in Bergen, (Bergen-aan-zee, Elzenlaan) - je zult hem misschien spoedig terugzien. Of hij nog in Gistoux komt, heb ik nog steeds niet kunnen uitmaken. Jan Gr. was 2 dagen hier, maar gaat naar St. Idesbald terug - ik meen morgen; zijn mama logeert vanaf vandaag bij Atie. Meer nieuws is er van hier niet: de optochten zijn goddank zoowat voorbij, de Hollandsche voetballers hebben gisteren met 4-1 op hun pokkel gehadGa naar voetnoot4. en Avro-meetingen zijn hier niet.Ga naar voetnoot5. Het Meesterwerk blijft ook uit, maar misschien is het ‘geboren wordende’ te St. Idesbald. Ik hóóp het, voor Holland en voor onzen ouden Jan! Nu, tot hier voor ditmaal. Schrijf me en ontvang een hartelijke hand van steeds je Eddy. |
|