Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd584. Aan W.A. Kramers: Gistoux, 12 september 1930Gistoux, Vrijdag. Beste Wynand, Dank voor de Godenschemering (toch een zéér dunne bestelling, die navertelde revolutie zonder één ook maar eenigszins origineel perspectief! ik geef het fraais maar weer door...) en natuurlijk voor de meening des Uilderts.Ga naar voetnoot1. Wat is dàt machteloos-brommerigstompzinnig. Kassian! Jan heeft gelijk: het is bepaald de eerlijkste stommerik die Nederland, zelfs onder zijn recensenten, bezit en vertoonen kan. Daar is Borel een geestig hekelaar bij, een blauwe beul, een Chineesch philosoof... Jan was wèl zeer geladen over Donker's stukje. Ik - neen, blijf gelaten. Het is geen superieurigheid, het is een zuiver besef van de onafwendbare ‘orde der dingen’. Een algemeen bejubeld auteur word ik nooit. - Het grappige is dat ik vanmorgen opeens een briefkaart van ‘den Donker’ kreeg, met opgaaf van zijn nieuwe adres. Je ziet, de superieurigheid is over de geheele linie aan hèm. Ik reageer n.l. niet. Zend je me nog een revisie van dat artikel van meGa naar voetnoot2.? Graag, en dank vooruit. - Nu, nieuws is er niet, dus maar weer tot nader. Je E. |
|