Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd569. Aan W.A. Kramers: Brussel, 14 augustus 1930Brussel, Vrijdag - of neen, Donderdag, geloof ik. Beste Wynand, Het is onvergeeflijk van mij dat ik je niet eerder schreef geen moeite te doen voor dien Marmelstein. Ik heb dat werkGa naar voetnoot1. gekocht en het aan Slau doorgezonden, met het verzoek een stuk te schrijven, niet bepaald over het boek, maar naar aanleiding van de opstellen erin over Rimbaud en Loti. Hij zou het doen - voor welk blad staat nog niet vast; misschien stuurt hij het jou wel. - Het adres van Vic Vr. is: Koninginneweg 133 boven, Amsterdam. - Nijhoff kan mij op het oogenblik in optima forma gestolen worden. Hij heeft niet alleen die rotrommel van zijn vrouw in De Gids gezet, maar het tooneelstuk van Slau over CoenGa naar voetnoot2. weggemaakt; zegt dat hij zich niet herinnert aan wien hij het verzonden heeft en zelfs òf hij het wel verzond, maar dat hij het niet vinden kan, enz. En dat, na zelf een Vliegende Hollander te hebben ‘gecreëerd’ van het kaliber dat je kent! Dat stuk van HeytingGa naar voetnoot3. heb ik met genoegen | |
[pagina 251]
| |
gelezen; het is niet gehéél juist - over het punt van uitgang zou te strijden zijn - maar ik vind het uitstekend dat het geschreven werd tusschen al het andere geflikflooi door, en het is, wat de feiten betreft, alleszins instructief. - De ‘Goriade’ kreeg ik gisteren en beijverde mij hem je direct terug te zenden; die heb jij dus nu, of die heeft de Hollandia-drukkerij. Nu, tot nader. Steeds van harte je E. Aan Ter Braak wordt gewerkt. |
|