Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
534. Aan A.C. Willink: Gistoux, 23 mei 1930Gistoux, Vrijdag. Beste Carel, Veel dank voor de vriendschappelijkheid waarmee je mij hebt laten genieten - o! met den géést! - van Stella zonder nevels.Ga naar voetnoot* Op hetzelfde postkantoor waar ik het moest halen ben ik verder - zeer tot schrik van den ouden beambte - slaags geraakt met Strubbe, dien rotkerel van de Sapinière. Ik heb zijn bril op zijn aangezicht stukgeslagen, en op een vage poging tot represaille, hem nog eenige andere physieke waarschuwingen toegediend; alles op halve kracht, want hij kroop al spoedig met het hoofd tusschen de schouderen, op de wijze der schildpadden, en dan heeft het slaan geen aardigheid meer. Er was echter groote opschudding op het postkantoor, waar nu wschl. iedereen gaat informeeren, onder voorwendsel van een brief weg te moeten brengen, wat een belangrijke aanwinst zou kunnen zijn voor de kas van de zegels. - Enfin... vandaag of morgen word ik natuurlijk voor den een of anderen rechter gesleept voor de kosten van het grapje. Overigens inderdaad nog steeds geen nieuws. Het adres van Stols is: 13, rue Montagne-aux-Herbes-Potagères, Brussel. Maak heusch gauw de teekening af! Dank - nogmaals - en de poot van steeds je E. |
|