Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
505. Aan C. van Wessem: Gistoux, 25 april 1930Gistoux, Vrijdag. Beste Constantijn, heer van Wessem, Ik ga volkomen accoord met de conditiën des uitgevers van Bijleveld. Het stuk komt natuurlijk nooit zóó meer uit,Ga naar voetnoot1. maar opgenomen in een volledigen vorm die 3× zoolang wordt, minstens; òf geheel omgewerkt, om er het fragmentarische uit te halen, en dan nog wordt het niet apart gepubliceerd, maar in een bundel (die er zeker over 2 jaar nog niet zal zijn!) Dus, tout est pour le mieux en van mij krijgt hij het imprimatur. Maar - gaat die uitgever wel met den toon en de strekking van het stuk accoord? Wat Marsman betreft, als hij zich ditmaal niet stil houdt, zou ik een brochure kunnen uitgeven, De Vijf Vingers getiteld, en dezelve doen doorgaan voor the original draft van zijn boekwerkje; waarvan heel literair Holland zou opschrikken, al werd het natuurlijk alleen maar ‘onder den mantel’ aangeboden! Als je hier bent, zal ik je mijn verholen werken ook nog eens vertoonen: de sonnettenkrans In Memoriam Agatae, de middeleeuwsche ballade, getiteld Lied van Vrouwe Karola, en het verzen-ensemble getiteld Naar Ouden Trant, dat onder meer bevat: de plechtige Stanza's voor Sofie, de hupsche strofen Voor het Album van Lize en het onberispelijke rondeel Voor Jehanne. Alles bijeen nog wel een 60 blzn. druks, tot welke publicatie ik vroeger of later - in een komende overmoedige bui! - nog wel zal overgaan.Ga naar voetnoot2. (Ik ben niet als Geerten Gossaert die zijn ‘priapeia’ eerst na zijn dood belooft, en ze in afwachting van die droevige gebeurtenis aan zijn vriend P. van Eyck - godbetert! - toevertrouwt.) Voltaire-Stendhal-Gide is inderdaad de lijn! Overigens lees ik voor het oogenblik niets dan Byron. Ik ben beurtelings zwemmende en verdrinkende in Childe Harold's Pilgrimage, dat toch prachtige stukken heeft, al heeft de aesthetische schoolGa naar voetnoot3. er groote bezwaren te- | |
[pagina 185]
| |
gen. De Byron van MauroisGa naar voetnoot4. is verreweg het beste werk, volgens mij, van dien mondainen compilateur. Willink komt wschl. ZaterdagGa naar voetnoot* uit Antwerpen, na volbrachte taak, om zich hier in den aanblik der zwanen, en andere vredigheden, te verkwikken. Dat Kelk werkt, geloof ik gaarne, misschien zelfs ongewoon véél voor zijn doen, de vraag is maar: in welke branche? Ik voor mij geloof dat het hem ongelooflijk veel goed zal doen, want die deftige jongeman was m.i. toch wel wat tè veel overgegeven aan de exclusieve geneugten van edele vleezenGa naar voetnoot** en fijne wijnen. NeyGa naar voetnoot5. is nog wèl te zien, vooral juist zijn haar - dat echter niet zoo rood en blond is als men het wel zou wenschen. (Maar die panoramist heeft natuurlijk La Chartreuse niet gelezen.) Schrijf me maar wanneer je komt! Met hartelijke groeten, ook aan je vrouw en den heer Kelk, wanneer je hem ziet, je EdP. |
|