Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |||||||
met het nakijken en naleven (betrachten) van je varianten en andere correcties. Ik heb er veel aan gehad en dank er je nog wèl voor. Ik heb ook een zekere wroeging dat ik je zoo aan het werk heb gezet in het Perroniaansche oeuvre, terwijl je misschien iets veel dringenden had moeten doen. Stel je nu tevreden met de mooiere rol, die je dan op mij vóór hebt. Gisteravond heb ik met tranende oogen nog voor Willink moeten zitten - maar toen ik wegging was het portret niet erg fraai. Vanmorgen is het toch gehaald geworden (W. belde op om te zeggen dat hij het nog veel verbeterd had) - want, naar het schijnt, zullen wij samen in hetzelfde nr. staan. Beiden afgewerkt door dien ober van de poëzie; ik verheug mij alvast op het resultaat! ‘De capriolen der Domheid’, etc. etc.Ga naar voetnoot1. Misschien zie ik je Zaterdagavond nog even in den Amerikaan: nà het Rensburg-feestmaalGa naar voetnoot2.. Denk er anders om dat je me naar Gistoux nazendt:
Ik zal in Brussel onmiddellijk werk maken van je Kring-vers als rijmprent. Wie wil je als illustrator? Is Willink naar je zin of heb je liever een ander?Ga naar voetnoot3. Ik zou een anderen titel geven aan het ding; iets ‘affers’: Amsterdamsch Bohème of zoo. Het woord ‘impressies’ is akelig. Verder staat er één regel in, die niet op het peil staat van de rest en die mij altijd hindert, n.l.: ‘en spiegelen ons in hun oogenglans’. Kan je daar niet wat anders van maken? ‘Avondglans’ (in de beteek. van: ‘de bepaalde glans die zij alleen bij avond nog verkrijgen’) zou voor mij al beter zijnGa naar voetnoot* Maar je vindt misschien iets geheel anders, 5 × zoo goed. Voilà. Hier is nog mijn adres: Château de Gistoux, Chaumont-Gistoux (België). Ça suffit amplement. | |||||||
[pagina 141]
| |||||||
Nogmaals dank en schrijf me eens. Doe ook mijn hartelijke groeten aanje vriendinGa naar voetnoot4.: ze heeft een kalmeerend intelligent gezicht naast de geniaal-opgewekte verhalen van mevrouw Köhler in witte blouse (‘en blouse blanche il faut bien vous aimer!’) En als moraal van dit alles: ga naar Jeruzalem, vóór je een overtuigde grijsaard bentGa naar voetnoot* Met een ferme hand, je E. |
|