Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd423. Aan A.A.M. Stols: Amsterdam, 18 februari 1930Amsterdam, Dinsdagavond. Beste Sander, Natuurlijk: nauwelijks had ik de duiten verzonden of daar komt je brief binnen! Enfin, je zendt het nu wel verder; daar is een van je twee haremvrouwen goed voor - (o God! wat heb ik gezegd!) - Ik condoleer je van harte dat je in Venlo soldaat moet spelen. En dan nog wel 24 dagen! - 24 dagen van een groot uitgever als jij om niemand te doen gelooven dat Nederland een weerbaar land is! het mocht niet mogen... Dank voor de persdienst van N.V. Ikzelf heb ook eenige exx. judicieus geplaatst. Laat er mij nog 5 zenden. Heb je den ouden Lapidoth vooral niet vergeten??? 't Helpt wel niks, maar tòch -. Parlando en de twee SlauenGa naar voetnoot1. komen dus tegelijk. Heerlijk! Ik zal ook het blijde nieuws aan Cornelis-Jan Kelk overbrengen; hij zal stralende zijn! Overigens geen, d.w.z. weinig goed, nieuws. Groeten aan Greet en Eva, en de? van je Ed. |
|