Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd412. Briefkaart aan A.A.M. Stols: Amsterdam, 6 februari 1930Amsterdam, Donderd. Beste Sander, Zooals ik reeds schreef, liggen de pegulanten nu tot je beschikking. Zeg mij echter hoe ik ze je mot zenden: ze zijn er nat. in Holl. florijnen, dus zou het dwaas zijn ze in Belgisch geld over te maken. Zal ik ze direct naar je vader zenden? - geef mij dan precies zijn adres. Iets anders is dat tegen de uitgave van Parlando ook geen bezwaar meer is, de laatste vaerzen daaruit hebbende in de Februari-GidsGa naar voetnoot1. gestaan. Laat je nu spoedig de ‘persdienst’verrichten, ook van Nutteloos Verzet. Hoe gauwer, hoe beter, laat je dus alles zonder marren naar Brussel zenden. Heb je al een besluit genomen omtrent De Parasieten? Die goede Kelk houdt zich goed, maar brandt natuurlijk van verlangen om te | |
[pagina 67]
| |
weten of hij zal worden opgenomen of uitgestooten. - Overigens geen nieuws. - Hart. gr. van steeds je Ed. |
|