Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Ik vind je spijkersGa naar voetnoot1. alleraardigst, maar had grààg dat je het staartje van dien over Donker schrapte. Het is in de eerste plaats een verzwakking van het stuk - omdat het een persoonlijke kwestie geeft na een subjectieven indruk van tòch algemeene strekking. Bovendien kan het zijn dat het een smoesje van Donker was, om ‘mijn gevoelens te sparen’. Ik wil, als het moet, wel ruzie met hem hebben, maar dan nog sla ik voor de ‘ingewijden’ (en dit heele staartje is een stukkie voor ‘ingewijden’) een mal figuur, of liever een verdacht figuur, want het eerste wat de jongen nu denkt, is dat ik eigenlijk erg teleurgesteld was niet uitgenoodigd te zijn en dat ik mij toen bij jou ben gaan beklagen... Als je het ding absoluut erbij wil, soit! ofschoon zeer tegen mijn genoegen. Ik heb er één zinnetje in gerectifieerd, n.l. inpl.v. ‘de uitgever schrapte je naam van de lijst’ - ‘de uitgever voelde er niet voor’. Dàt n.l. schreef hij, en dat zou ik er zeker zóó in willen, met het oog op een explicatie tusschen D. en mij. (Je begrijpt dat ik mij niet in alles achter je kan verschuilen: ‘Greshoff heeft het stuk buiten mijn weten er in gezet’, ‘Greshoff heeft me verkeerd begrepen’ (wat dat citaat betreft), enz.) - Ik stuur de proeven door naar de Holl. DrukkerijGa naar voetnoot2., maar had heusch graag dat je een expressbriefkaart daarheen schreef om dat staartje te schrappen. Het stuk - de spijker - zal er trouwens door winnen: de laatste zin (na dat manifest v.d. mauvais garçons): ‘maar... dit gaat er als natuurboter in’, is de meest waardige klap op de vuurpijl. Als jij mij nu ook verkeerd begrijpt, wordt het huilen. Maar ik denk dat 5 minuten, of misschien één minuut nadenken, je zullen doen inzien dat ik gelijk heb. - Met de firma Van Loghum etc. raak je over een tijdje wel over wat anders slaags. Bovendien raak je hier | |
[pagina 33]
| |
die firma niet (zooals Kramers schijnt te veronderstellen) maar Donker, en persoonlijk. Vanavond schrijf ik je uitgebreid. - Ik ben minder ‘mondain’ dan je denkt, maar scharrel tusschen een zieke moeder en dito vrouw, en zit op het oogenblik, om met jou te praten: op bril 3 van de verhuizerij. Ik zal Koning ook schrijven (je had me niet opgegeven waarvoor ik hem schrijven moest - ik dacht dat het was over V.d. Hoeven.) Geef mij het adres van Sander's familie in Maastricht: het nieuwe adres. Dan schrijf ík ook over die boekjes op Hollandsch! Tot straks! Je Ed. |
|